Jan de
Jong
Schoonebeek
________________________________
Wetenschap
Schoonebeek
heeft een zwak voor de wetenschap. Vooral als die niks zinnigs
bijdraagt aan een betere wereld. Wetenschap om de wetenschap
derhalve. Hij heeft verscheidene redelijk goede vrienden die beweren
iets belangwekkends aan een of andere universiteit te doen. Teneinde
de maatschappij een tikje verder op weg te helpen. Dezulken
diskwalificeren zich volgens Schoonebeek beroepsmatig ten volle.
Vroeger, toen
hijzelve nog dagelijks het ongeluk smaakte om te moeten werken voor
zijn brood, ging hij hier al onder gebukt. Volgaarne nam hij
allerlei informatie tot zich. Nieuwe ontwikkelingen waren zeer aan
hem besteed. En hij was ook nog bereid om zich daar vervolgens een
mening over te vormen. Maar om daar nou ook weer zijn studenten het
fijne van uit te leggen, dat was eigenlijk al te veel gevraagd. En
sedert hij zich als vrij man door het land mag bewegen, viert hij
zijn geestelijke lusten meer dan bot. Lezen om te lezen. Weten om te
weten. Zonder daar ooit iets mee te doen.
Het leven is hem
– in ieder geval op dat vlak – een waar genoegen.
Op donderdag 28
mei staat er in Tilburg iets te gebeuren dat hem in eerste instantie
een gruwel leek. In de universitaire aula gaan geleerden met elkaar
in debat over de mall. Stel je voor, wetenschappers die zich druk
maken over een winkelcentrum. Kan het ridiculer?
Van de andere
kant, zo heeft hij inmiddels ook wel weer voor zichzelf vastgesteld,
heeft het wel wat. Hoe banaler het onderwerp, hoe dichter het bij
zijn ideaal komt. Immers. En is die vermaledijde mall banaal, of is
ie het niet? Dat bedoelt hij maar. Wetenschappers (een economisch
geograaf, een vrijetijdswetenschapper, een economisch psycholoog en,
last but not least, iemand die door het leven gaat als
senior-onderzoeker – wat volgens Schoonebeek beslist iets met
bejaardenvoorzieningen van doen heeft) die zich over een
winkelgalerij drukmaken, zullen de vooruitgang niet echt op weg
helpen. En ook niet voor de voeten lopen trouwens.
Hij denkt er dus
hard over om volgende week maar eens te gaan luisteren.
Naar grote,
heerlijke onzin – dat weet hij nu al.
|