Het
wilde westen
Schoonebeek is
nog van een generatie die is opgegroeid met heuse cowboyfilms. “Koiboi”-films
volgens het spraakgebruik van de Tilburgse jeugd uit zijn tijd. Het
genre was zowel in de bioscoop, als op tv (Bonanza, Rawhide, High
Chaparall), als op het schoolplein ongelooflijk populair. Koibois en
indianen. Dat speelden ze in het daartoe geschikte seizoen toch wel
dagelijks. De roodhuiden renden doorgaans wat rond als kippen zonder
kop. Of ze beslopen de koibois om, vlakbij gekomen, ineens geheel
zinloos in een hysterisch gegil uit te barsten – waarop ze door de
immer alerte koibois eenvoudigweg werden neergeknald. En in de
spaarzame gevallen dat ze wel een koiboi wisten te verschalken,
bonden ze die aan een paal, waarna ze er net zolang omheen dansten
tot ze uitgeput in slaap vielen. Hun prooi werd dan stilletjes door
medestanders bevrijd, waarna de roodhuiden wederom werden
doodgeschoten.
God, wat was de
wereld overzichtelijk in die tijd.
Maar het waren
niet alleen de indianen die uitblonken in zinloos en ondoordacht
gedrag. Ook blanke boeven konden er wat van. Die overvielen
postkoetsen en beroofden banken, waarbij zij traditiegetrouw altijd
net zo lang draalden tot John Wayne of Lucky Luke langskwam om de
hele onderneming te frustreren en het geboefte aan het wettelijk
gezag over te dragen. Want ook deze onverlaten trokken immer aan het
kortste eind.
Toch speelde
Schoonebeekje op de lagere school graag bankrover. Het was een
beroep waar wel enige romantiek vanuit ging. Hoog te paard gezeten
kwamen zij midden op een bloedhete dag het stadje binnen gereden.
Angstige blikken bewezen dat de stedelingen verdomd goed wisten wat
er ging gebeuren. Zij parkeerden hun edele viervoeters bij de
drinkbakken voor de saloon en staken de straat over. Want daar was
de bank. Alvorens deze te betreden, bonden zij hun halsdoeken voor
het gelaat. Waarom? Iedereen in de stad had toch al gezien wie zij
waren? Ach, ik zei het al, het was een beroep vol romantiek en
gevoel voor traditie. Binnengekomen schoten zij een toevallig
aanwezige indiaan dood en eisten de inhoud van de kluis op. Daarna
kwam de vertraging. De kluis ging niet goed open, hetgeen tenslotte
werd opgelost met dynamiet. Een beetje bankrover had altijd een paar
staven bij de hand. Maar dan, waar moesten ze de buit laten?
Zadeltassen vergeten. Een van de rovers ging die even van de paarden
halen aan de overkant van de straat. Daarna kregen de overvallers
ruzie, omdat dat er nou eenmaal ook steevast bij hoorde. En als ze
dan eindelijk, de buit eerlijk verdeeld, het bankgebouw verlieten,
stond Lucky Luke daar. Of Buffalo Bill. Of een andere held die op
dat moment in de mode was.
Schoonebeek
schudt zijn hoofd en kijkt uit het raam. Er is een hoop veranderd
sinds die tijd. En niet altijd ten goede. Waar vind je bijvoorbeeld
dit type romantische bankrover nog? Zo eentje die met een doek voor
zijn gezicht de inhoud van de kluis opeist? Nergens toch?
De moderne
bankrover heeft economie gestudeerd. En werkt zich op naar de top
van de
bancaire
wereld.
Jaagt zijn bank over de hoogten van Wall Street. En plundert hem dan
met een half miljard aan bonussen.
Schoonebeek
neemt nog een slokje van zijn Duvel. En heeft inenen heel erg het
gevoel dat hij ergens tussen zijn koiboitijd en 2009 een of andere
boot gemist heeft.
|