INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Winst & verlies

Schoonebeeks buurjongen heeft een vervelend soort brommer. En moest bovendien nogal vroeg op stap. Om die reden zit Schoonebeek vandaag al om negen uur aan de koffie in de restauratie van het centraal station. Maar dan wel in Breda. Alwaar een erg lieve vriendin hem om half elf van de trein zou halen. Voor zo’n gezellig dagje met zijn tweeën wat je alleen met erg lieve vriendinnen uit Breda kunt hebben.

De bedoeling was dat zij dan eerst samen koffie gingen drinken op de Grote Markt. En daarna zouden ze die mooie, oude stad in gaan. Wat winkelen, lunchen en rondhangen om tenslotte ten huize van de erg lieve vriendin de dag met een goed glas af te sluiten.

Maar Schoonebeek voelt aankomen dat hij straks om half elf geen koffie meer kan zien! Hij bladert eens wat door het avondblad van de vorige dag. “Pronk won maar verloor” kopt de courant zonder veel hang naar duidelijkheid.

Schoonebeek kijkt eens om zich heen. Zijn eigen situatie heeft eigenlijk wel iets van die van Pronk, bedenkt hij. Dat hij vandaag met de (met alle subjectieve slagen om de arm) mooiste vrouw van de Baronie op stap mag, is natuurlijk pure winst. Maar dat hij in het treurige bezit is van een matineuze buurjongen met een knetterende brommer doet daar weer veel aan af. Verlies, dus. Dat hij met haar deze schone Brabantse stad mag bezoeken (die voor een belangrijk deel zijn schoonheid aan haar aanwezigheid ontleent) mag hij weer aan de winstzijde boeken. Maar dat hij voorlopig gestrand is op een troosteloos station brengt hem qua verlies aan de rand van een faillissement.

En zo boekhoudt Schoonebeek zich mopperend door het eerste kwartier van het oponthoud heen. Nog maar vijfenzeventig minuten te gaan. Hij haalt maar weer eens koffie en neemt er een saucijzenbroodje bij. Het lijkt eeuwen geleden dat hij zo’n klef ding genuttigd heeft, maar om een of andere reden vindt hij het wel erg bij stations horen. Vandaar.

Hij heeft de erg lieve vriendin een halfjaar geleden leren kennen. Zij waren toevallig op dezelfde begraafplaats. Schoonebeek werd geacht daar een oude dame naar haar laatste rustplaats te begeleiden. Zij kwam er een dierbaar en te jong verscheiden familielid ter aarde bestellen. Omdat Schoonebeek weer eens te laat was, had hij zich in de verwarring bij de verkeerde stoet aangesloten. De zijne zat al lang in een naburig café broodjes met kaas te verschalken. Het misverstand kwam pas bij de condoléance achteraf aan het licht. Schoonebeek schudde de vrouw, die hij gezien haar leeftijd voor een kleindochter van oude dame hield, innemend de hand.

‘U bent de kleindochter, neem ik aan?’

De vrouw slikte iets van een traan weg. ‘De dochter,’ verbeterde zij.

Schoonebeek dacht een ogenblik na. Zijn overledene had de mooie leeftijd van vierentachtig bereikt en had vier kinderen die allen in Schoonebeeks categorie vielen. Maar zij

De vrouw, die toen nog niet zijn erg lieve vriendin was, keek hem een tikje spottend aan.

‘U bent hier verkeerd hè?’

Hetgeen Schoonebeek slechts zwaar blozend kon toegeven.

Zij lachte nu even door haar verdriet heen. ‘Neemt u gerust een broodje hoor.’

Toen de eerste gasten voorzichtig begonnen met weggaan, kwam ze bij hem zitten. En het klikte meteen.

En sedertdien hebben zij elkander meermaals gezien – steeds zeer in het nette overigens. Vooral dankzij al die gedeelde passies. Boeken, films, musea en goede wijn. Wijn ja, want om de verhoudingen niet op scherp te stellen heeft Schoonebeek in haar bijzijn nog geen enkel Duveltje durven bestellen. Sterker, hij begint die wijn zelfs tamelijk lekker te vinden. Hij is ervan overtuigd geraakt dat een goede Merlot naar háár smaakt.

En ineens verschijnt er zomaar een brede grijns op zijn gezicht. Die verder niemand in de stationsrestauratie wil zien. Een gemiste begrafenis, dat is toch eigenlijk verlies in het kwadraat. “Schoonebeek boekt enorme winst door dubbel verlies” kopt hij er maar eens vrolijk op los.