INHOUD JAN DE JONG
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

CuBra

 

Woutertje

Het was al wat later op de avond. Dus was Schoonebeek enigs­zins aangeschoten toen de telefoon ging.

'Hoi, met mij,' klonk een vrolijke stem uit het apparaat. 'Ik bel je nog even over morgen.'

'Overmorgen?' puzzelde Schoonebeek. Hij deed zijn best.

'Nee, morgen,' corrigeerde de stem streng. 'Ik bel over Wou­tertje.'

'Woutertje wie?' wilde Schoonebeek weten.

'Mijn Woutertje!' kreet de stem verontwaardigd. 'Hij komt toch bij je logeren?'

'O ja? Hoe lang dan?' wilde Schoonebeek niet echt graag weten.

'Je weet het echt niet meer, hè klootzak,' geraakte de stem langzaamaan in de hoogste versnelling. 'Ik had het kunnen weten. Je bent zo onbetrouwbaar als pest.'

'Ach,' wilde Schoonebeek niet al te stevig tegenspreken. Als hij die manier onder zijn verplichtingen uit kon komen… 'Maar wanneer heb ik dat dan toegezegd?'

'Gisteravond. In het café. Bij Weemoed.'

God ja, dacht Schoonebeek. Ik heb Hetty aan de telefoon. Die ik gisteren beloofd heb dat ik op haar kat zou passen.

'Heet dat beest Woutertje,' lachte hij daarom. 'Dat wist ik niet, joh.' Waardoor de stem van Hetty ook weer zachter werd.

'Tjee, je liet me schrikken,' lachte ze nu onecht. 'Ik dacht dat je terug wou krabbelen.'

'Terugkrabbelen? Ik? Ik ben toch zeker geen kat,' ontvouwde Schoonebeek nog meer jolijt.

'Gekkie,' zei Hetty lief. En afhankelijk. En bang dat het alsnog niet door zou gaan. Leer haar mij kennen, dacht Schoonebeek. Wat hem een prettig gevoel van macht gaf.

'Ik weet niet of ik wel zo goed voor hem kan zorgen hoor,' probeerde hij maar eens wat uit.

'O, dat hindert niet.' Niets hinderde nog, als ze dat beest maar een paar dagen kwijt kon.

'Je zet gewoon 's morgens een bak met kattenbrokken neer. En wat water. En dan regelt hij zichzelf verder.'

''s Morgens lig ik op bed,' zocht Schoonebeek verder naar tegenargumenten.

''s Middags dan,' deed Hetty helemaal niet moeilijk. 'Gewoon als je uit je nest komt. 's Avonds pas voor mijn part.' Ze was tot elke concessie bereid. En Schoonebeek haalde zich haar ranke gestalte voor de geest. En voelde een piepklein beetje opwinding.

'Nou,' begon hij, maar hij verwierp zijn wilde plannen als overmoedig en zeker niet realistisch nog voordat hij ze had uitgesproken.

'Wat wilde je zeggen?' klonk het aan de andere kant.

'O, eh, niks. Gewoon. Ik bedoel, als ik nou eens een keer niet thuiskom?' Hij aarzelde een ogenblik. 'Dat kan toch?' voegde hij er toen hoopvol aan toe.

'Ach jongen, jij komt toch altijd thuis. Zeg nou zelf. Waar zou jij nou heen moeten.' De vraag was geen vraag. Ze had gelijk.

'Maar is het goed als ik hem morgen begin van de middag breng?' schakelde ze over op zakelijk. 'Dan kan ik nog even de stad in, voordat ik vertrek.'

'Jaa,' hield Schoonebeek te lang aan. 'Dan zorg ik dat de koffie klaar staat.'

'Laat me dat nou niet doen,' domperde ze per omgaande. 'Ik ga eigenlijk liever meteen de stad in. Kan ik Johan ook nog even zien, snap je?'

En ze hing op.

En Schoonebeek haalde een iets groter glas uit de kast. Het had nu immers absoluut geen zin meer om voor morgenmiddag terug op aarde te keren.