INHOUD PALEIS
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
INTERVIEWS
BEELDENDE KUNST

 

Akte 4: Hamburg Köninng Wilhelmhafen, Schube 73

Osip:

Trein KOMW 1046 maakte een tussenstop in Moskou op het kruispunt met de weg naar Petrograd.

Hij telde 128 overwegend goederenwagons.

Met deze trein werd op last van de Sovjets een konvooi joodse ‘emigranten’ uit Omsk en Gorki vervoerd met bestemming Warschau. Van daaruit zouden de ‘emigranten’ verder per trein reizen via Berlijn naar Hamburg, waar ze vanuit de Köning Wilhelmshafen, Schube 73, zouden worden ingescheept met bestemming New York.

Noodlottigerwijze brak er in de trein cholera uit, waarop de Sovjets besloten een tussenstop in het open veld te doen plaatsvinden om besmetting te voorkomen.

Voor de autoriteiten van Polen, Duitsland en de Verenigde staten hield men dat geheim.

In Smolensk, op een verlaten rangeerterrein bleven de deuren dan ook gesloten.

Door de getraliede vensters werden nog hompen brood naar binnen geworpen en drinkwater aangereikt, waarna de trein weer in beweging kwam.

Bij de grensovergang Brest aan de Poolse grens was er enig oponthoud. Het jammeren van de choleralijders in enkele wagons wekte argwaan bij de Poolse grenswacht.

In Warchau kwam de gezondheidsinspectie aan boord; in Posnan verlieten zij weer de trein.

De Poolse autoriteiten besloten het buurland niet te informeren om het risico te vermijden dat de besmette trein Polen niet meer zou kunnen verlaten.

Terugkeer was onmogelijk omdat de grens achter de trein gesloten werd.

Pas in Hamburg kwam de trein definitief tot stilstand, dicht bij de havenbekkens.

Na uren wachten werden de schuifdeuren ontgrendeld en de doden door soldaten met maskers en witte pakken afgevoerd.

Een Duitse commandant riep via de megafoon in gebrekkig Russisch dat alle mannen, vrouwen en kinderen ingescheept zouden worden om in quarantaine gehouden te worden op de Oostzee, totdat de epidemie uitgewoed zou zijn.

Het zou slechts een oponthoud zijn op de verre reis naar Amerika; gestorvenen zouden een waardig zeemansgraf krijgen.

Amerika, gealarmeerd, weigerde de emigranten toe te laten, vanwege besmettingsgevaar.

Als eindbestemming fluisterde men Leningrad.

Valentina:

Tegen de gure wind in, werd ik in het lege ruim van de Nicola 1 gedreven.

Alles was bedekt met een stoffig bruin goedje dat glinsterde in de schijnwerpers.

Vanuit de diepte zag ik door de geopende luiken de zwoegende hijskranen op de kade de bekken openen.

Met donderend geraas stortte steeds het ‘zilvererts ?’ stuivend de belendende ruimen in waardoor het grote schip een enkele slagbeweging maakte op het ritme van de kranen.

Ik verloor mijn evenwicht en zocht steun tegen de stalen scheepswand.

Toen mijn ogen aan het duister gewend waren, zag ik verspreid over het scheepsruim groepjes vrouwen en kinderen die zich, net als ik, angstig en gelaten schikten in hun lot.

De mannen bevonden zich, naar men zei, in het voorruim.

.

De luiken werden gesloten en een klein elektrisch peertje doorbrak de duisternis.

.

Het hart van het schip begon te bonken en brandlucht vulde het ruim.

Met de slagen van de scheepsschroef schoof ik dodelijk vermoeid de nacht in

De zee zou zich wel melden.

.

.

Na uren werd ik onrustig wakker.

Ik dacht de zee te herkennen aan de deining, en sluimerde van golf naar golf, bij tijd en wijle wreed gestoord door het ritmisch kloppen op de stalen wanden van het schip; slagen die stuikten op een monotoon en gestaag geronk.

.

Mijn gedachten wenkten mij naar mijn kinderjaren op school.

Het was lente.

Alle vensters stonden open.

De wildvogels in de volière werden op de hand gevoerd door een kleine man, die in de winter de verwarming van het schoolgebouw stookte.

Mijn gezicht naar het invallende zonlicht gekeerd hoorde ik de kinderen van mijn klas dreunen: Kaspische zee, Zee van Azov, Zwarte Zee, .......................... Finse Golf, Botnische Golf, Witte Zee, Barendsz Zee, Bering Zee.

(Kinderklas:)

>> Kaspische Zee, Zee van Azov, Zwarte Zee, Zee van Marma, Egeïsche

Zee, Adriatische Zee, Ionische Zee, Tyrrheense Zee, Middellandse

Zee, Straat van Gibraltar, Atlantische Oceaan, Golf van Biskaje,

Het Kanaal, Nauw van Calais, Noordzee, Skagerrak, Kattegat, Sont,

Oostzee, Finse Golf, Botnische Golf, Witte Zee, Barendsz Zee, Bering

Zee, .......... Kaspische Zee, Zee van Azov, Zwarte Zee, ................. <<

.

.

.

.

.

Ik ruik het zout van de zee.

.

.

Een luik van het ruim werd geopend.

Het stof danste in de zonnestralen die de bodem van het ruim zochten.

Het brandende peertje in het ruim speelde een kleine verbleekte maan die teloor ging in de ochtend toen het schip slagzij maakte.

.

.

Ik raakte verblind.

.

.

Aan dek gebaarde een man met een bril op dat ik overeind moest en verder in het licht moest komen staan.

Met mijn koffertje in de hand stond ik, mijn spieren verstijfd van het koude staal, rechtop.

Mijn hart klopte in mijn keel.

.

(Een deur werd knarsend van slot gedraaid en zwaaide open.)

.

.

Valentina Nikiforovna Kulagina ! . . . . . . . Mitkommen !

.

(De vrouwen versperden met hun kinderen onder het uiten van door merg en been dringende jammerklachten de weg naar de deuropening. Zij wilden niet wijken. Een karwats kliefde het pad)

.

Osip:

Ik was als gezant en correspondent door de Sovjets toegevoegd aan het konvooi ‘emigranten’ om in Berlijn mijn missie te beëindigen. Ik mocht de trein niet verlaten en belandde daardoor ongewild op de Nicola 1.

Onderweg, bij de onverwachte tussenstop op het kruispunt tussen de weg naar Petrograd en de spoorlijn naar Warchau, had ik gezien hoe een man bij het plotse vertrek van de trein na de geweerschoten als een razende, zwaaiend met een koffertje in de hand langs de optrekkende trein liep, ten val kwam en er nog net in slaagde dat koffertje door de wijduitstaande tralies naar binnen te duwen in wagon nummer W 3314.

Hij schreeuwde Valentina ! Valentina ! Valentina ! ....... tot zijn stem het begaf.

Het leek alsof hij de trein tot stilstand had willen dwingen.

Ik dacht dat ik hem aan zijn postuur herkende van de redactie van ‘Rabotsji Poet’.

Ja dat was Konstantin Paustovsky die aan kameraad Stalin een foto liet zien die daarop door hem woedend in de hoek gesmeten werd op weg met zijn artikel naar de hoofdredacteur; later op die dag begon de bestorming van het Winterpaleis ............. ?

Ik had die foto opgeraapt en terloops in mijn binnenzak gestoken, want je kon in deze barre tijden nooit weten. Op de achterzijde stond geschreven: "Gustav Klucis 1917 Fähnrig der Infanterie der zaristischen Armee - für meine kleine Valentina."

>> Das Foto von 1917 jedenfalls zeigt einen selbstbewussten jungen Fähnrig in hochgeschossener Militäruniform, mit etwas agestrengt stolzem Blick auf dem Betrachter herabschauend.

Die zigarette in der lässig herabhängenden Hand verrät die relative Entspanntheit der Situation.

Dieses Foto war bereits in Petrograd aufgenommen worden.

Hierher wurde der lettische Soldat mit seinem russischen Regiment verlegt.

Beim Einbruch der deutschen Armee in Kurland hatte ein Drittel der lettischen Bevölkerung die Flucht nach Russland angetreten.

Als angehender Maler könnte er für die Kartographie eingesetzt worden sein.

Ein Künstler, ein ‘Frontsoldat’ - Wie die neue Kunst des Montagefilms von Eisenstein. Ha, ha, ha .....

Er wurde am 25. Oktober 1917 vor dem Übergang der Regierungsgewalt in die Hände der Bolschewiki in die ‘Freie Rotte der Lettischen Schützen’ beim VCIK - Allrussisches Zentralexekutivkomitee der Arbeiter-, Bauern- und Rotarmistendeputiertenräte - gewählt.

Als der Rat der Volkskommissare - die Sowjetregierung dann vom 10. Auf den 11 März 1918 ihren Regierungssitz nach Moskau in den Kreml verlegte, folgte ihr unverzüglich die Bewachungseinheit der Lettischen Schützen, und mit ihr Gustav Klucis. <<

.

.

.

.

.

Er moest zich iemand in die trein bevinden die wellicht niet tot de ‘emigranten’ behoorde.

Aangetrokken tot de gaarkeuken; in het plotse gedrang opgesloten geraakt en nu op weg naar .............de Oostzee, .................. eindbestemming Petrograd ?

.

.

.

In Hamburg Bahnhof, kort voordat de trein naar de havenbekkens gemanoeuvreerd werd, schalde mijn naam "Nachrichten für Osip Brik .........."


 

Landkaart 1921 (is fictief ! uit Atlas der gehele aarde; P.R. Bos / J.F. Niermeyer)

Lettischen Schutzen (fictief - ! fotograaf onbekend)

Redactielokaat Rabotsjii Poet (is fictief ! fotograaf onbekend)

Koning Wilhelmshafen Schube 73 (tekening Jan Doms)