Op 30 juli
2001 voltooide ik het script. Bijna vier jaar nadat ik op 4 november
1997 op zeereis vertrok met de Flinterhaven;
de wilde vaart die mij – dat werd mijn queeste – zou moeten
leiden tot het ‘Paleis om vier uur in de ochtend’. Vergezeld
door mijn glazen pen, papier, penselen inkt en verf, gepakt in een
rieten koffertje, speurde ik samen met mijn vriend en medereiziger
Han Klinkhamer (schilder), zeeën, eilanden en kusten af.
Pas onder de
schitteringen van het noorderlicht ontwaarde ik in het besneeuwde
kustlandschap een verlaten wachttoren die de schepen bij nood moest
waarschuwen voor de verraderlijke rotsen. Ja, dacht ik, dat is mijn
‘Paleis om vier uur in de ochtend’, bijna aan het oog onttrokken
door de sneeuw die werd voortgejaagd op de wiekende vleugels van
ijzige poolwind. Hoorde ik de wolven ? Huisde hier niet de kerstman
?
Op weg naar
het zuiden, richting evenaar, keerde de Flinterhaven de straat van
Gibraltar, waar de opkomende sterrenhemel een gevecht voerde met
rode sluiers woestijnzand die voor ons opstoven vanuit de haven van
Tanger, in de richting van Valencia aan de Middellandse zee, hoog
over de bergketens heen. Een volgepakte kleine vissersboot vluchtte
richting Gibraltar.
Na een
eindeloze tocht over land werd ik op het perron van Madrid door de
Gardia Civil ingesloten: "Pasa porte !"
Jaren eerder
was ik bij Cheque Point Charley (1986) de grens van Oost-Duitsland
overgestoken: "Ausweiss !" De beklemming van het
niemandsland bracht mij er toe het script "Judaskuss"
(1992) te schrijven waarin een jonge naamloze vrouw bedreigd wordt,
gemarteld en tot verraad van haar geliefde gedwongen wordt; de
jeugdige partizaan (ik-figuur) die in zijn onschuld tot het laatst
strijd voert voor de gerechtigheid, trouw, het ideaal; de liefde
voorbij.
Pas bij de
tweede uitvoering van "Judaskuss" in de
Franziskanerklosterkirche ~ Stadtmuseum Meissen (Dresden-Duitsland /
2000) slaagde ik er in deze naamloze vrouw een waarlijk gezicht te
geven; tot vlees en bloed te maken.
Vanuit die
ontdekking is de hoofdpersoon Valentina in "Het paleis om vier
uur in de ochtend" tot leven gebracht; op drift geraakt door de
gebeurtenissen in de gistende revolutie van 1917 en de nasleep van
burgeroorlog; epidemieën van een land, onmetelijk groot doch
uiteindelijk gevangen in de fuik van Lenin en Stalin; vol van
terreur tegen de volkeren en met vermorzeling van elk individu
dat...
Gustav
Klucis, een avant-garde kunstenaar die tot het laatst de revolutie
diende, is een van de kunstenaars die de stille dood vond (1937);
door het socialistische systeem vermorzeld, gefussilleerd.
In zijn
Retrospektive ~ Museum Fridericianum Kassel (1991) maakte ik ‘kennis’
met Valentina Kulangina, zijn onbekende vrouw die tevergeefs in de
schaduw van Gustav haar kunstwerken maakte. Niets meer is daar van
over, geen spoor; alleen, als stille getuigen, enkele bladen van
haar dagboeken. Verdwenen was ze, in de vergetelheid.
De
uitvoering
Op 15
september 2001 vond in een verlaten tuinbouwkas (eig. mevr. Ligtvoet
en dhr. Kocx) de uitvoering plaats van ‘Het Paleis om vier uur in
de ochtend’.
In de
voorpublicatie beschrijft Astrid Klein Beekman: "Zo is er
bijvoorbeeld het schip. Eigenlijk zijn het alleen maar een paar
kruislings geplaatste glazen ‘balken’. Maar als de zon
ondergaat, begint het schip te leven. Door het spel van licht en
glas lijkt het schip weg te varen. En zo zit de voorstelling vol met
glas, maar vooral met fantasie."
De
recensente van het Brabants Dagblad tekende op: "Prachtverhaal
~ niet filmisch genoeg ~ een unieke belevenis ~ Het Paleis
vervliegt meteen met de creatie op zich ~ alsof de makers, net als
Valentina aan het eind zeggen: dat is alles, meer is er niet."
Daar ‘tegenover’ staat het werk van de fotografen (Marc Bolsius
en Joep Lennarts) bij het begin en tijdens de voorstelling.
Colofon
Script &
Regie: © Jan Doms
Ontwerp
& constructie: © Jan Doms i.s.m. © JanHein van Stiphout
Video-opnamen
en -montage: © Christell Frints
Stem &
présence ‘Valentina’: I.Né
Stem &
présence ‘Osip’: Nol van Trier
Paard &
Ruiter: Maartje met haar paard
Geluidsopnamen
& composities: Studio Soundscapes ~ © Peter Hofland
Productie:
© De Maatschap internationaal
Productie-
& internetsupport: Shyama Sewpersad (met steun van vrijwilligers
voor de publieksontvangst)
Video-beam:
Sebastian Producties
Techniek
& communicatie: technische ploeg & afd. public relations ~
De Vorst
Locatie
Tuinbouwkas: Mw. Ligtvoet en Hr. Kocx te Ammerzoden
Reistekeningen
& -foto’s: Jan Doms
Fotografie
voorpublicatie Brabants Dagblad: Marc Bolsius
Fotografie
recensie Brabants Dagblad: Joep Lennarts
Voorpublicatie
Brabants Dagblad (citaten): Astrid Klein Beekman
Recensie
Brabants Dagblad (citaten): Jackie Smeets
Redactie in
digitale vorm: CuBra ~ Ed Schilders
Bronnen
Scheepsjournaal
Flinterhaven 1997: © Jan Doms
Gustav
Klucis Retrospektive Kassel 1991: Hubertus Gassner & Roland
Nachtigäller c.s.
De zesdelige
autobiografie van Konstantin Paustovskij: Konstantin Paustovskij
1970 e.v.
Revolutie in
Rusland ~ bundel Van week tot Week: auteurs Volkskrant 1987
Filmarchief
~ Potemkin
En:
Vele andere
publicaties over de Russische Avant-garde.
Citaten
In het
script komen historische feiten voor, waarbij zo veel mogelijk de
authentieke bron (i.b. bij het gebruik van de Duitse en de Engelse
taal) is gevolgd. Dat geldt ook voor de berichtgeving over de
Portugal en de Morjak, die ontleend zijn aan Paustovskij. Bovenal is
geput uit het ‘Scheepsjournaal Flinterhaven’ dat door mij
opgetekend is, aangevuld met beschrijvingen van de plaatsen in
Moskou, waar ik ben geweest.
Daarbij
teken ik aan dat soms onmerkbaar feit en fictie in elkaar overgaan;
dat bewerking heeft plaats gevonden van de spaarzame citaten die in
het script voorkomen.
Personages
Alle
voorkomende personages en karakters zijn volkomen fictief. Dat geldt
voor Valentina, Osip, waarvan het bestaan berust op historische
bronnen, maar ook voor de vader van Valentina, der Holländer,
Schwarzer Anna, Coocky, Il Capitano en matroos, Waardin van het
Zeemanshuis, der Hafenkommandant, Paustovskij (de schrijver) en
andere personen die op de achtergrond aanwezig zijn. Elke gelijkenis
kan slechts toeval zijn.