|
Wat
is dat? Die vent leest een gedicht voor. Zelf gemaakt. Over
Café Weemoed. Mijn stamcafé. - Weet hij dat wel! - Terwijl ik
hem daar nooit gezien heb. Waar haalt hij het lef vandaan? Wat
zegt hij daar? Zo, hij moet het café toch ooit gezien hebben, die
gast, moet het café toch ooit aan de binnenkant gezien hebben.
Oh, nou, niet slecht getroffen eigenlijk. Shit, hoe is het
mogelijk. Aardig gedicht.
Hiermee is de
ontstaansgeschiedenis van dit boekje, een bibliofiele uitgave van
het gedicht Café Weemoed, geschetst. De Tilburgse architect Bas
Tol bezocht De nacht van het boek, in die tijd een van de
toonaangevende literatuurfestivals in Nederland. En iemand las er
het gedicht Café Weemoed voor. En toen de woede van de
literatuurliefhebber Tol gezakt was, dacht hij eraan dat de
eigenaar van Café Weemoed, Willem Weemoed, een half jaar later
een lustrum te vieren had. En Tol kwam ter plekke op het idee het
gedicht in een bibliofiele uitgave aan de eigenaar aan te bieden,
als cadeau. En aldus geschiedde. En aldus stond het gedicht Café
Weemoed aan de wieg van een reeks bibliofiele uitgaven. En aldus
begon architecht Bas Tol poëziemiddagen in november te
organiseren, samen met zijn kompaan Geer Mesman. En aldus stonden
die middagen weer aan de wieg van De nacht van het gedicht dat
jaarlijks in Goirle wordt georganiseerd.
Eén gedicht kan
heel wat kwaad aanrichten.
|