Jeroen van Wilgen is de
schrijversnaam van Piet M. Overschie. Hij werd in 1919 geboren in
Honselersdijk, en overleed in 1996 in Den Bosch, waar hij in 1968 was
komen wonen en werken uit voorliefde voor Brabant. Hij was
werkzaam in het lager onderwijs maar studeerde voor zijn plezier
Nederlands A & B.
Zijn betrokkenheid bij
Den Bosch was groot en is terug te vinden in de drie bundels die hij
publiceerde.
'Tot onder de bemoste
huid', de bundel waarvan hier alle 21 gedichten te lezen zijn,
verscheen in een
bibliofiele uitgave van De Brandonpers (Tilburg) in 1976, terwijl de
sectie literatuur van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en
Wetenschappen in Noord-Brabant er in datzelfde jaar een ongewijzigde
herdruk van publiceerde.
'De vergulde trom'
verscheen drie jaar later onder auspiciën van 'Vrienden van 's-Hertogenbosch'.
Voor deze zijn meest omvangrijke bundel liet Jeroen van Wilgen zich
inspireren door oude toponiemen in de binnenstad van Den Bosch.
Ten slotte verscheen in
het najaar van 1989 bij Uitgeverij De Beuk de bundel 'De Berkeboom/Knotwilg
in de sneeuw', opgedragen aan zijn echtgenote 'Willy / de liefste'.
Daarin 'voelt de dichter met lichte schrik de ouderdom naderen'.
Het was deze 'Willy, de
liefste' die in de zomer van het jaar 2001 aan CuBra toestond de
gedichten uit 'Tot onder de bemoste huid' te publiceren in digitale
vorm.
TERUG
NAAR BEGIN PAGINA