INHOUD ZUINIGHEID
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL


Print Pagina

Zuinigheid van vroeger - Reacties
Stuur ons uw verhaal over de zuinigheid van vroeger
Inzendingen: leed@brabantsdagblad.nl

De Hooikist
(op deze pagina zijn alle bijdragen over de hooikist verzameld)


Ed Dalderop

In de tips van het Voorlichtingsbureau voor de Voeding, die wekelijks te lezen waren in de alsmaar kleiner wordende kranten - ze verschénen ook maar een of twee keer per week - , werd ook melding gemaakt van een hooikist, waarmee je aanzienlijk in gas, petroleum of andersoortige warmte zou kunnen besparen. Er werd uitgebreid toegelicht hoe je die maken kon, inclusief tekeningen met maten en al erbij. [...] Het averechtse gevolg daarvan was natuurlijk dat velen door dat dwingerige geadviseer eerder afgeschrikt dan gestimuleerd werden [...] Eerstens had iedereen het er schichtig over dat het toch bekénd was dat hooi best voor brand kon zorgen, - en op de hoeveelheden of omstandigheden die daarvoor nodig waren werd dan verder niet gelet. Tweedens kon het best zijn dat spullen er té gaar door werden, en dat was zonde van het spul, - en misschien kon het zélfs wie weet ook nog wel giftig worden, had altijd wel iemand horen verluiden. Er waren er zelfs die nog vreesachtiger waren. Die meenden, omdat je (want dat stond in de voorschriften!) de kist niet mocht openen en dus niet kon roeren, dat je spullen misschien best konden aanbranden als het werkelijk zo heet bleef. Kortom, er waren maar weinigen die het echt probeerden, tenminste bij de mensen in mijn gezichtsveld. Maar zelf wilde ik toch wel eens weten of het kon werken, dus heb ik eens een oude strijkijzerdoos volgestopt met stro (want aan hooi wist ik niet te komen, in november, maar stro hadden we voor ons konijn!) Ons moeder had ik toestemming gevraagd voor het experimenteel verwerken van een halve liter taptemelk (een kwart van ons dagrantsoen betekende dat) en twee kopjes tarwe dat ik maalde in de koffiemolen. (Pas later maakte mijn vader zelf een motoraangedreven molen daarvoor.) Samen met een halve liter water bracht ik het zaakje aan de kook en stopte het, met de deksel erop, goed in, in ouwe lappen uit de schoenpoetskist, en pakte dat stevig in met een handdoek erop en mijn vaders ijzeren schoenleest als verzwaring voor de afdichting. Ongeduldig wachtte ik tot de vereiste drie kwartier om waren, en jawel hoor: lekkere dikke pap was het geworden. Alleen de warmte was er intussen wel goeddeels af. Dus trots liet ik het aan ons moeder zien, en ging het daarna even bijwarmen op het gas om het goed eetbaar te krijgen. En toen brandde het dikke spul aan natuurlijk, en ik ontdekte dat pas toen de aanbrandsmaak er al helemaal doorgetrokken was. We konden het zó weggooien, zonde van de melk en die tarwe, mopperde ons moeder. Ik hád gelijk, dat ’t echt werken kon, maar voorlopig hoefde er van niemand een echte hooikist gemaakt te worden. Pas ruim een jaar later, in het laatste oorlogsjaar, heb ik dat toch alsnog gedaan, toen er per dag nog maar enkele uren gas was. Want je wist dan van tevoren nooit precies wanneer en hoe lang. En dan kon het dus makkelijk gebeuren dat iets bijna aan de kook was, en dat juist dán het gas wegviel. En dat speelde in 1944 in de zomer, als er dus geen kachel aan was waarop je de pan gauw even over kon zetten. En dan zát je met je halfgare spullen.  Toen bewees onze hooikist al gauw onvervangbare diensten, en niet zozeer uit zuinigheid dus, maar als oplossing van een ergerlijk probleem. Toch was ze na de oorlog ook even gauw weer uit de gratie toen het gas weer gewoon werkte. Want comfortabel was het toch niet, met die lange wachttijd altijd. En echte meetbare zuinigheid leverde het toch ook nauwelijks op. Het was wél zo dat je dan als het ware een pit minder bezet hield van de twee grote die we maar hadden, waarop dan iets anders vast garen kon. Maar een gasfornuis met een of twee pitten méer bleek later toch praktischer, met zeven man. [Ed Dalderop]

Ria en Jean de Kok

Het gebruik van de hooikist is mij ook van de oorlogsjaren bekend, en voor
bepaalde gerechten maken wij er nog steeds gebruik van.
Bijvoorbeeld: mooie droge rijst koken, zonder kans op aanbranden en ook geen
aanzetten van de pan.
Het gaat als volgt: 2 kopjes rijst (niet wassen), 4 kopjes water, wat zout.
Deksel op de pan, snel aan de kook brengen. Zodra de rijst goed bruisend
kookt inpakken in enkele dikke lagen Brabants Dagblad-krantenpapier en dan zo snel
mogelijk op het bed, goed ingestopt met het dekbed, een uur of zo laten
garen. Hoe lang maakt eigenlijk niets uit, aanbranden is uitgesloten, en het
resultaat is altijd prima. Even losroeren en klaar is kees.
 
Wij doen het niet zo zeer voor de zuinigheid, maar meer voor het gemak en je
kunt gemakkelijk andere toepassingen bedenken.

Esther Hagers - van der Eerden

Ja, dat was toch echt een goede methode. Ik volgde eind jaren dertig
twee jaar huishoudschool. In de kooklessen werd ook de hooikist
behandeld. Het kon niet voor alle doeleinden gebruikt worden, maar voor
het klaarmaken van rijst en van havermout, erwtensoep en bonen bij
voorbeeld heel goed. Gevaar voor aanbranden was er hoegenaamd niet, want
er kwam immers helemaal geen vuur aan te pas. Je had toen ook wel
speciaal gebouwde hooikisten, waar het hooi ingepakt zat in jute, met
uitgespaarde ruimte voor een of twee pannen die er dan wel precies in
moesten passen. Het werkte perfect. Je moest de rijst met precies de
goede hoeveelheid water en zout op het fornuis aan de kook brengen en
dan de pan meteen in het gat zetten en alles goed afdekken. Na een
uurtje was de rijst klaar en je had mooie korrelige rijst op de juiste
temperatuur en smaak en een schone pan. (Dat was met die vooroorlogse
rijst altijd een groot probleem omdat die zolang gekookt moest worden en
altijd erg aanzette!)
Wij hebben het in de oorlog meermalen gedaan, maar dan met een
geïmproviseerde hooikist en het bespaarde inderdaad veel gas.
Een andere methode die het ook heel goed deed, was: de pan in een een
flinke hoeveelheid kranten zetten. Je vouwde een aantal kranten open en
stapelde die willekeurig in elkaar. Pan erop en de kranten boven de pan
in elkaar vouwen. Dan liefst nog ergens inzetten waar het goed
afgesloten was, bv zoals Els de Goede meldt, in bed.  Net zoals kranten
, gedragen onder je kleren de warmte vasthielden in die winters van 1940
en 1941 als je met de fiets door de ijzige kou moest ( en dat deden
elfstedentochtrijders immers ook), hielden ze  ook  het eten op
temperatuur en in die zachte suddertoestand werd alles gaar. Echt het
werkte uitstekend.

Jan Raap

Zowel mijn grootmoeder als mijn moeder gebruikte de hooikist, niet zozeer om
voedsel warm te houden maar om dat te laten nagaren. Dat betreft dus zaken
die, zoals mijn vrouw het formuleerde, zichzelf moeten maken zoals
erwtensoep, rijstebrij, pudding etc. Ook voor het oprijzen van deeg werd het
gebruikt.
Ik herinner mij dat ik tijdens de hongerwinter in Amsterdam (mijn vader was
timmerman en ik was toen 12 jaar) meehielp bij het maken van enkele kisten;
die werden gebruikt voor het nagaren van pulp van suikerbieten die vooraf op
een noodkacheltje waren gekookt zover als dat mogelijk was. Mijn vrouw zette
rijstebrij en griesmeelpudding inderdaad in het bed onder de dekens met de
kussens en de peluw er boven op. Maar, zegt ze nadrukkelijk, dat moet dan
wel een veren bed zijn want anders werkt het niet. Denk er ook aan dat heel
vroeger stromatrassen in gebruik waren, zoals ik nog heb meegemaakt in
militaire dienst.
Voedsel opwarmen was practisch niet mogelijk in de tijd dat er nog geen gas
was; probeer maar eens een kop erwtensoep op te warmen op een kolenfornuis;
dat lukt niet.

Anna Leget

Een hooikist!! Ik heb er nog steeds een, die regelmatig gebruikt wordt voor het garen van rijst, peulvruchten en aardappelen in de schil (voor het maken van puree) enz.

Vuistregel is: slechts 1/6 van de aangegeven kooktijd aanwenden en  vervolgens de gesloten pan in de hooikist plaatsen gedurende 3 x die aangegeven kooktijd. Behalve gas of stroombesparing geen last van aanbranden!!

Ook gerechten warm houden lukt prima. Bijvoorbeeld soep warm maken en tot het opdienen in de hooikist plaatsen, bij een goede hooikist is de soep na 1 uur nog heet!!

Wanneer je havermoutpap maakt, roer dan de havermout door de kokende melk, plaats de gesloten pan in de hooikist en na een half uurtje ....smakelijk eten!!

Gieserwildeman stoofperen breng ik aan de kook, plaats ze 3 uur in de hooikist en herhaal deze procedure enkele malen tot ze mooi rood zijn. Geen uren sudderen op een laag pitje dus.

Een dikwandige piepschuim doos kan heel goed als hooikist worden gebruikt. Wel afplakken aan de buitenkant tegen verpulveren van het piepschuim en de pan, die de doos ingaat afdekken met bijv. een kussen. 

Ook een z.g. koeltas kun  je heel goed kunnen gebruiken als hooikist, het gaat er immers om , dat je de in de pan ontstane temperatuur vasthoudt!! Natuurlijk moeten de wanden van een hooikist heel goed geisoleerd zijn, evenals de deksel. Vandaar dat een pan midden in een bed zetten met veel dekens of dik dekbed eromheen OOK werkt.

Hanneke Derks

Het is hoogzomer. We kamperen in Frankrijk, middenin Bretagne bij een gehuchtje waar de kerk allang gesloten is, maar dorpscafe La Pomme wat suffig standhoudt. De camping is een groot landgoed met velden, vijvers, akkers en stukken bos. Het grote huis is vervallen, maar wordt stukje bij beetje opgeknapt. Omdat het immense terrein slechts weinig sanitaire voorzieningen telt, blijft het aantal gasten beperkt. Een diepvries, planken met kruidenierswaren en een mand voor het stokbrood maken samen met de kassa een winkeltje van het vroegere koetshuis.

Het is er bloedheet en doodstil en ik schrijf in de schaduw van de tent kaarten naar het thuisfront met daarop ‘Groeten uit het Aards Paradijs’. Twee meter verderop staat pal in de zon een kartonnen doos die met de boodschappen is meegekomen. In deze verpakking voor 24 dozen bisquottes huist een dikke pan gewikkeld in een stevige doek. De overgebleven ruimte in de doos is goed gevuld met hooi, dat her en der in bosjes van de velden is geraapt. In die dikke, oranje pan ligt een kip in acht delen samen met wortel, prei, tomaat, kruiderij en andere heerlijkheden in alle rust haar aroma’s prijs te geven aan de bouillon.

Het is onze avondmaaltijd: poule-au-pot. Met simpele middelen in de ochtenduren aan de kook gebracht, werd ze daarna voorzien van het goede smaakgezelschap. De rest van de dag garend in de hooikist a l’improviste kan ze vanavond op onze waarderende aandacht rekenen. Is het het buitenleven, de goede kwaliteit etenswaren of is het toch de langzame metamorfose in de hooikist die ons deze voortreffelijke smaak geeft? Stokbrood en een lik Amora-mosterd maken dit landelijke maal rond. Een mooi glas wijn erbij. Ik moet toegeven: we hebben mindere dagen dan deze gekend.

W. Heefer-v.d. Molengraft

Mar jee die Ed, nog nooit van een hooikist gehoord? Het is een heel oud
gebruik maar ook wel modern, want vooral de ecologische hoek zweert erbij.
Bij ons thuis werd het niet gebruikt, maar later heb ik het zelf wel gedaan,
met b.v. een tempexdoos en die opvullen met lappen bij gebrek aan hooi, of
zoals Els de Goede, de pan in bed met een extra deken erom. Vooral geschikt
voor langkokende rijst, tarwe, spelt e.d. De inhoud wordt mooi gaar en
blijft best lang warm, zonder aanbranden, en je hoeft er niet op te letten.
Je moet er wel geduld voor hebben, en dat is tegenwoordig een schaars
artikel.

José Louwers

Begin jaren '70 zat ik op kamers in Utrecht. Ik had slechts één gaspit om te koken. Bijna dagelijks gebruikte ik een alternatieve hooikist. Piepers/rijst/spaghetti en groenten bracht ik aan de kook, vervolgens draaide ik die pannen in een slaapzak en begon het vlees te braden. Tegen dat het vlees klaar was, was de rest ook gaar en warm.

Later bij het kamperen paste ik dezelfde truc toe. Niet uit zuinigheid maar bij gebrek aan meer kookpitten. Hoewel, het scheelt natuurlijk wel gas of electra.

Froukje Kuipers

Mijn moeder gebruikte ook de hooikist.
Hij was vrij groot, hij stond daarom op zolder.
In mijn herinnering mat die kist zo'n 80 bij 80 cm.
Mijn moeder kookte op maandag witte rijst (ik gruw er nog van).
Zij bracht deze aan de kook, en dan verdween de pan direkt in de hooikist.
Tegen de middag kwam de volledig gare en echt nog warme rijst op tafel.
Voor mijn moeder, die tien kinderen, en dus een fikse was op maandag had,
(en dan ging al het beddengoed nog naar de wasserij) was de hooikist een
uitkomst.

J. v.d. Ven (Den Bosch)

Hooikist?

Toen ik een tweepits kookstel had en in drie pannen wat moest koken, wikkelde ik de wat voorgekookte rijst in vijf bladen van een krant (zorgvuldig om en om gevouwen) en dan met nog een deken eromheen drie kwartier nagaren in bed. En alles tegelijk op tafel. Ging altijd voortreffelijk. Niks hooi.

 

Mevr. De Bekker

Met verbazing las ik het artikel over de hooikist. Ik heb nog zo’n echte hooikist en heb hem vaak gebruikt. Binnen in het deksel is een varken gedrukt. Er staat op:

Ick Spaer

Maeck Gaer

Hygiënische Hooikist

Het Spaarvarken

Ned. Octrooi No. 45659

NV Zagerij en kistenfabriek

F.L. Hofman Amsterdam

Goedgekeurd door Ver. V. Huisvrouwen

 

Mevr. H. van Haaren

Op uw vraag naar meer informatie over de hooikist het volgende.

In mijn allereerste kookboek staat de hooikist beschreven. Het is het z.g. Haagse Kookboek, geschreven door de leraressen Stoll en De Groot. Het is uitgegeven in 1934. Ik heb een oorlogsexemplaar van dat dikke, grove, grijze papier. Twaalfde druk uit 1944. In 1945 ging ik naar de huishoudschool. Wij hadden één hooikist met bijpassende pan. Dat was een pan zonder oren en met een verzonken deksel met een soort bajonetsluiting.

Ik ken de hooikist niet uit het dagelijks leven. Noch bij mij thuis, noch bij familie of kennissen heb ik er ooit een gezien. Later, als kooklerares, heb ik hem wel eens gedemonstreerd. Leerlingen heb ik wel eens in kranten laten koken. Het staat duidelijk beschreven, alleen moet je de kranten in elkaar frommelen en dan weer uitvouwen. Dat geeft meer stilstaande lucht, dus warmte-isolatie.

Rijst koken gaat prima: geen aanbranden of te lang koken. In mijn beginjaren was er geen toverrijst of andere voorbewerkte rijst, en was rijst koken erg moeilijk. Secuur werk. Mijn leerlingen vonden het altijd leuk. Als reactie kreeg ik inderdaad vaak: "Die pan zet mijn oma in het bed."

 

Koos Manders

Ik heb wat zitten grasduinen en misschien wat interessants gevonden.

Nu eerst iets uit een kookboek uit 1942 en daaronder enkele recepten voor het koken met de moderne hooikist (voor de zuinigen onder ons).

Uit het boekje: Koken . . . Nu!
Recepten voor Distributie- en Oorlogstijd door Mia de Kok, 1942, Moeder-Bibliotheek 


Het voorwoord luidt: 
Gaarne voldoe ik aan het verzoek om een kort woord vooraf mee te geven aan dit nieuwe kookboekje, omdat het m.i. in de Moeder-Bibliotheek een belangrijk, zoo niet onmisbaar onderdeel vormt. Het verzorgen van de dagelijksche maaltijden is voor de huismoeder altijd een verantwoordelijke, en op 't ogenblik een zeer zware taak, die met alle andere beslommeringen zooveel tijd vergt, dat het haar veelal niet lukt om zich op de hoogte te stellen van de thans mogelijke en wenschelijke voedings- en bereidingswijzen. 


Wat is dus practischer, dan haar terzijde te staan met de ervaring van leeraressen, die hier de ondervindingen, opgedaan in de Kooklessen aan de Rotterdamsche Huishoudschool en verduidelijkt met het meest sprekende van haar theoretische kennis, kant en klaar voor onmiddellijke toepassing aanbieden? 


Waar uiteraard de moeilijkheden van "Nu" ook aan het Kookonderwijs niet zijn voorbijgegaan, ben ik overtuigd, dat voor de huismoeder succes verzekerd is, indien zij volgens deze recepten kookt en haar gezin vergast op de beschreven koude voorgerechten en boterhambelegsels, waarvan ik de vermelding in 't bijzonder op prijs stel. 


Moge "Koken...Nu'' vele moeders de taak verlichten. 


J. E. REDEKE,
Wr. Directrice van de Rotterdamsche Huishoudschool. 


De inhoudsopgave ziet er zo uit :


Iets over voedingsleer
Brandstofbesparing
Gewichtstabel
Koude voorgerechten
Soepen
Warme voorgerechten
Visch, vleesch en vervangingsgerechten voor vleesch
Hartige sausen
E‚npansgerechten
Groenten
Aardappelen
Nagerechten
Broodbeleggingen
Dranken
Versnaperingen
Gebak
Menu's


Ergens in het boek staat deze opmerking :


HUISVROUW, Uw oude bereidingswijze was vaak voor U veel rustiger: alles van te voren klaar maken, tot slot even opwarmen. Uw taak wordt nu door een beter voedingsleerinzicht verzwaard, maar de gedachte aan het welzijn van Uw gezin, zal U tot de moderne bereidingswijze doen overgaan. En dan zult U zien, dat het went en meevalt en U hebt Uw plicht tegenover Uw gezinsleden beter vervuld hebben. 


Enkele hoofdstukken:


Brandstofbesparing


Wanneer we dit opschrift lezen, dan zijn er dunkt me twee manieren om te reageren.
De één denkt: "Ha, nu zal ik het leeren."
De ander: "Ach, het zal wel weer hetzelfde zijn, wat ik al zoo vaak hoorde." En beiden kunnen gelijk hebben. 


Er zijn nu eenmaal huisvrouwen, die bijna vanzelf weten hoe ze haar huishouding zoo zuinig mogelijk moeten drijven en die ongemerkt al jaren lang zoo economisch mogelijk werkten. Ja, voor hen zal hier niet veel nieuws komen. Bij het bereiden van gerechten is nu eenmaal warmte noodig en daarmee kunnen we zuinig of royaal omspringen en zuiniger dan zuinig kan het niet. 


Maar ter zake.
Willen we zuinig werken, dan moeten we in de allereerste plaats: 


I. Op de juiste manier gebruik maken van de warmtebron.
Bij gebruik van gas worden de volgende regels voorgeschreven door de gasbedrijven:
- Zet de gerechten met zoo weinig mogelijk water op.
- Steek het gas aan nadat de pan of de ketel is opgezet.
- Breng alles op de volle vlam (dus vlug) aan de kook. De volle vlam mag echter niet buiten de panbodem treden; temper in dit geval met de kraan tot de vlam juist binnen de panbodem blijft.
- Stel de vlam klein, zoodra de inhoud van de pan kookt.
- Kook altijd met het deksel op de pan, want ontwijkende damp is verlies van warmte. 


Vooral tegen punt 4 wordt nogal veel gezondigd. Heel veel menschen kunnen en willen niet gelooven, dat de gerechten op een kleine vlam precies even vlug gaar zijn als op een groote. Toch is het zoo. Het komt er alleen op aan, dat de inhoud van de pan eerst goed door moet koken voor we mogen temperen. Maar dan blijft de temperatuur ook 100 °C.
Draaien we het gas hooger, dan blijft de temperatuur en dus ook de kooktijd precies hetzelfde, alleen wordt de kans op aanbranden veel grooter. We moeten dan dus met meer water koken en onnoodig veel gas gebruiken.
Dus: stel de vlam klein, zoodra de inhoud van de pan kookt. 


Voor electrisch koken gelden de volgende regels:
- Gebruik de pannen, die bij de kookplaat behooren, z.g. "electrische pannen".
- Gebruik pannen van de juiste grootte, d.w.z. dat de doorsnee van de pannen liefst 2 cm. grooter moet zijn dan de doorsnee van de kookplaat.
- Zet de gerechten met zoo weinig mogelijk water op.
- Breng alles bij de hoogste schakelstand aan de kook.
- Schakel de schakelaar op 1, zoodra de inhoud van de pan kookt.
- Schakel de schakelaar op 0, ongeveer 10 minuten voor het gerecht gaar is.
- Kook altijd met het deksel op de pan. 


Over punt 1 valt nog iets te zeggen. Er bestaan electrische kookplaten, waarop gewone pannen gebruikt mogen worden. Toch heeft men ook hierop betere resultaten met "electrische pannen". 


II. Niet te veel koken.


In de tweede plaats moeten we niet meer koken, dan we noodig hebben. Dat klinkt eenigszins vreemd in deze tijd van bezuiniging. Toch worden ook hiermee fouten gemaakt, vooral wanneer het het koken van water betreft. 


Hoeveel maal per dag hebben we niet kokend water nodig? Afwaschwater, "thee"water, scheerwater, kruikenwater? En hoevelen van ons koken dan precies de juiste hoeveelheid?
Laten we er eens op letten en nagaan hoeveel of er noodig is voor 1 kruik, 1 trekpot enz.
En mochten we wat te veel gekookt hebben, bewaar dat dan in een thermoskan of -flesch.
Verder wordt er vaak teveel water gedaan op de gerechten (zie punt 1 bij gas, punt 3 bij electriciteit), omdat we bang zijn voor aanbranden. Aardappelen en groenten kunnen met heel weinig water gekookt worden, wanneer we maar temperen zoodra het water kookt.
Het koken met weinig water is niet alleen belangrijk uit zuinigheidsoverweging, maar ook uit voedingsoogpunt. Nemen we zooveel water, dat het juist verdampt is als de gerechten gaar zijn, dan behoeft er niets afgegoten te worden en dan is er ook geen verlies van voedingsstoffen. In het kookwater lossen n.l. vitaminen en zouten op, beide zeer belangrijke voedingsstoffen. 


III. Zoo kort mogelijk koken.
Ten derde moeten we alles zoo kort mogelijk koken; natuurlijk wel zoo lang, dat de gerechten gaar zijn, maar niet "doodgaar".
Dat is zoo'n eigenaardige uitdrukking; men bedoelt er waardeering mee, terwijl het uit voedingsoogpunt absoluut verkeerd is. Door het lange koken gaat het vitaminengehalte sterk achteruit; vooral voor groenten is dit een groot nadeel. 


De meeste groenten zijn in 1/2 uur of korter gaar, ook roode, witte en  savoyekool. Langer koken kost dus meer brandstof en doet de voedingswaarde achteruit gaan. Zet daarom de gerechten zoo laat mogelijk op. 


IV. Stapelkoken.
In de vierde plaats kunnen we z.g. stapelkoken. Iets, dat zachtjes moet trekken, b.v. soep, kan gezet worden bovenop een andere pan. Zijn de pannen van gelijke doorsnee en hebben ze een z.g. stapelrand, dan kunnen ze zoomaar op elkaar gezet worden. Is de bovenste pan veel kleiner dan de onderste, dan kunnen we gebruik maken van een stapelring.
Toch moeten we voorzichtig zijn met wát we stapelen. Gerechten, die vlug moeten koken, zooals groenten, en melkspijzen, gerechten dus, die bij langzaam koken in vitaminengehalte achteruitgaan, komen voor stapelkoken niet in aanmerking. 


V. Koken in hooikist en kranten.
Ten slotte kunnen we op brandstof besparen, door gebruik te maken van hooikist, kookzak, koksmaat of kranten.
 

Een hooikist kunnen we zelf maken of kant en klaar koopen. Een kookzak is gemakkelijk zelf te maken. We naaien twee zakken met een ronde bodem. De eene zak krijgt een bodem van 'plus-minus' 24 cm. middellijn, de andere van 'plus-minus' 32 cm. De opstaande rand van de kleinste wordt ongeveer 36 cm., van de grootste ongeveer 40 cm.
De kleinste zak wordt in de grootste geschoven en tusschen de beide bodems en de wanden brengen we een vulling aan van verfrommeld krantenpapier, een laag van ongeveer 4 cm. dik. Deze laag moet niet te vast gestopt worden. In plaats van krantenpapier kunnen we ook hooi of houtwol nemen. De wand wordt gevuld tot ongeveer 4 cm. van de bovenkant af. Op die hoogte worden beide zakken aan elkaar gestikt, zoodat dus de vulling er niet meer uit kan. De bovenkant wordt eveneens dichtgestikt en tusschen beide stiksels wordt een band geschoven, zooals in een waschzak. Wordt er nu een pan met kokend heeten
inhoud in een kookzak gezet, hierop een kussentje gelegd en de schuif erboven dichtgetrokken, dan blijft de warmte in de pan vrij lang bewaard en zonder verdere verwarming worden de gerechten hierin gaar. 


De koksmaat is een soort "hooikist", door Bruynzeel in de handel gebracht.


Het koken in kranten zal bij enkele gerechten nauwkeurig beschreven worden.

 

Algemeene voorschriften bij het koken in hooikist, kookzak, koksmaat en kranten zijn de volgende:
Neem een pan, die niet te groot is voor het gerecht, met andere woorden zorg, dat de pan goed gevuld is. Gebruik bij voorkeur een pan met platte deksel en omklapbare oren, een z.g. hooikistpan, die precies in de opening van de "hooikist" past.
Vul zoonodig van te voren bij het gebruik van een kleine pan de opening in de "hooikist" bij met kranten.
Kook de gerechten 1/6 van de normale kooktijd voor. (Deze tijd pas rekenen, vanaf het ogenblik, dat de inhoud goed doorkookt).
Breng de pan na het voorkoken zoo vlug mogelijk in de gereedstaande "hooikist" en sluit deze onmiddellijk.
Zet de "hooikist" bij voorkeur niet op een koude of tochtige plaats.
Laat het gerecht ruim 2 X de normale kooktijd in de hooikist staan.
Gebruik de "hooikist" nooit voor het koken van aardappelen, groenten en melkspijzen, daar deze in de "hooikist" sterk in voedingswaarde achteruitgaan.
Laat de "hooikist" na het gebruik eenigen tijd open staan om goed uit te wasemen. 


We kunnen de "hooikist" gebruiken voor het gaarmaken van peulvruchten, voor gort in water gekookt en voor bouillon.
Over dit laatste nog een enkele opmerking. Wanneer we bouillon trekken duurt dit 3-4 uur; bij bouillon van beenderen getrokken is de tijd zelfs nog langer. Nu is het niet nodig ook hierbij ruim 2 X de normale kooktijd te nemen, 5 uur trekken in de hooikist is voldoende voor vleeschbouillon; voor bouillon van beenderen rekenen we 7-8 uur; maar dan moeten we telkens na 2 uur de bouillon weer even aan de kook brengen en daarna weer vlug in de "hooikist" plaatsen. Deden we dit niet, dan zou de kans bestaan, dat de bouillon zuur werd. 


Bij goed gebruik kan de hooikist een belangrijk hulpmiddel zijn bij de bezuiniging op brandstoffen.


Menu's


Voorjaarsmenu's gedurende een week in de maanden Maart, April, Mei


Zondag
Sla van voorjaarsgroenten
Bloemkool met kaassaus
Aardappelen met tomaten jus
Rabarberpudding met vanillesaus 


Maandag
Bloemkoolsoep, gebonden met een "pakje" soep
Gehakt van witte boonen
Postelein; aardappelen 

 

Dinsdag
Gestoofde visch (b.v. wijting)
Voedzame aardappelsla
Pudding van gemalen gort met puddingsaus 


Woensdag
Stamppot van rauwe spinazie
Gortmoutpap 


Donderdag
Gemarineerde runderlappen
Stoofsla; aardappelen
Yoghurt met beschuit 


Vrijdag
Bruine boonen filosoof
Kropsla
Pannekoek (van gemengd meel) 


Zaterdag
Groot rundvleesch (tevens voor Zondag)
Raapstelen; aardappelen
Vla van "vlapoeder" 


Zomermenu's gedurende een week in de maanden Juni, Juli, Augustus


Zondag
Groentesoep
Ossenhaas (tevens voor Maandag)
Komkommer met tomatensaus; aardappelen
Custardvla met aardbeien 


Maandag
Koud vleesch
Jonge worteltjes; aardappelen
R›dgr›d van gemalen gort 


Dinsdag
Gevulde aardappelen
Peultjes
Aardappelen met bruine saus
Hangop 


Woensdag
Gekookte visch
Tomaten
Aardappelen met peterseliesaus
Karnemelkspudding 


Donderdag
Voedzame sla
Vermicellipap 


Vrijdag
Palingsoep
Tuinboonen
Aardappelen met jus van een pakje
Fruit 


Zaterdag
Garnalengehakt
Andijvie; aardappelen
Lammetjespap 


Najaarsmenu's gedurende een week in de maanden September, October, November


Zondag
Marcaronischelpen
Gebraden konijn (met jus voor 2 dagen)
Appelcompôte; aardappelen
Caramelvla 


Maandag
Konijnensoep, gebonden met een "pakjes" soep
Schorseneeren; aardappelen 


Dinsdag
Worteltjes.
Aardappelen met garnalensaus
Drie in de pan met karnemelk 


Woensdag
Haché
Sla van andijvie; aardappelen
Pap van gemalen gort met zoete appeltjes 


Donderdag
Gemengd gerecht van groene kool
Karnemelksche pap 


Vrijdag
Gebakken bloedworst
Bieten; aardappelpuree
Gortmoutpap met water 


Zaterdag
Witte boonensoep
Stamppot van rauw brusselsch lof 


Wintermenu's gedurende een week in de maanden December, Januari, Februari


Zondag
Tomatensoep
Gehakt
Brusselsch lof; aardappelen
Kabinetpudding 


Maandag
Stamppot van snijboonen
Trommelkoek met stroopsaus 


Dinsdag
Gortmoutlapje (imitatievleesch).
Roode kool; aardappelen
Custardvla met stoofperen 


Woensdag
Rauwkostsla met slasaus
Stamppot van zoutevisch
Gepofte appels 


Donderdag
Lamscarbonaden
Spruitjes; aardappelen
Appelmoes 


Vrijdag
Bruine boonensoep
Zuurkool
Aardappelen met kaassaus 


Zaterdag
Knolraap
Aardappelen met bruine saus
Vruchtengruwel 

 

Feestmenu's gedurende een week in de maanden Maart, April, Mei


Samengestelde hors d'oeuvre van 3 gerechtjes
Tomatensoep
Gebraden kip met bloemkool, worteltjes en aardappelen
Slierasperges
Geleirand met aardbeien
Koffie 


Feestmenu's gedurende een week in de maanden Juni, Juli, Augustus


Meloen
Aspergesoep
Schotel van gekookte snoekbaars met aardappelpuree
Ossetong met slaboonen en zure saus
Frambozenijs 


Feestmenu's gedurende een week in de maanden September, October, November


Kerriesoep
Broodjes met nierragoût
Konijn of haas met appelmoes en aardappelen
Schotel van bleekselderij
Vruchtengeleitjes
Verschillende vruchten en noten
Koffie 


Feestmenu's gedurende een week in de maanden December, Januari, Februari


Gegarneerde vischsla met kunstmayonnaise
Bruine soep
Château-briand met "bevroren" doperwtjes en aardappelen
Nesselrodepudding
Beschuitjes met kaas
"Bevroren" vruchten

 

Iets over voedingsleer


De huisvrouw is verantwoordelijk voor de gezondheid van haar gezin, voorzoover zij het in haar macht heeft hier invloed op uit te oefenen. Door haar gezinsleden een goede voeding te geven, kan zij den gezondheidstoestand gunstig beïnvloeden. 


Maar hoe weet U, huisvrouw, welke voeding de goede is? U doet een keuze uit de voedingsmiddelen, die U in de winkels geboden worden, U bereidt ze misschien zooals U dat van Uw moeder geleerd hebt. 


Is Uw keuze altijd juist?
Bereidt U de voedingsmiddelen op de goede manier? 


In normale tijden is de keuze zoo groot, dat we kunnen volstaan met te zeggen: kiest vrij, maar zoo afwisselend mogelijk. U zult dan waarschijnlijk alle voedingsstoffen in voldoende mate in het voedsel vertegenwoordigd hebben. Maar nu is het moeilijker: de keus is klein, afwisseling is moeilijk te geven. 


Nu moet U weten, hoe U de voedingsmiddelen, die U niet volop kunt krijgen, moet vervangen en hoe U de voedingsmiddelen, die U toegewezen krijgt, zult moeten verdeelen. 


In het algemeen moet U aan deze regels vasthouden: 


Geef een nagerecht met melk, taptemelk of karnemelk, als er in de warme maaltijd geen vleesch of visch voorkomt.
Geef elke dag óf een voorgerecht, óf een nagerecht bij de warme maaltijd.
Zorg dat er in iedere maaltijd een deel van het boterrantsoen voorkomt.
Geef bij minstens één van de broodmaaltijden een voedzaam gerecht, b.v. pap, stamppot, aardappelsla of boonenschelp.
Neem uitsluitend bruin brood op uw bonnen.
Gebruik al uw bonnen op en koop daarnaast nog melkproducten, visch, groenten en zoo mogelijk vruchten. 

 

Onze moeders en grootmoeders hebben vaak fouten gemaakt bij het koken.
Zeker, ze konden het heel lekker, hun eten was zeer smakelijk; dat is een factor, die U nu ook niet uit het oog mag verliezen, maar U moet trachten het eten smakelijk te bereiden en toch geen fouten te maken op het gebied van voedingsleer. 


VROEGER : schillen en uit laten trekken in water
NU : boenen en even uit laten druipen in vergiet 


Welke fouten zoudt U op dit gebied kunnen maken?
U kunt zouten en vitaminen verloren laten gaan.
Is dat erg? Waren uw voorouders niet gezond? Oogenschijnlijk: Ja.
Op den keper beschouwd: Neen. Zij hadden last van voorjaarsmoeheid, hoofdpijn, humeurigheid, randjesoogen, wintervoeten, neusverkoudheid enz., enz. 


Hebben al die kwaaltjes iets met de voeding te maken?
Zeker, al die kwalen zijn vaak te voorkomen door goede keuze en goede bereiding van het voedsel.
Bereid uw spijzen, zooals het in de recepten is beschreven. Er is getracht bij de bereiding de voedingswaarde zooveel mogelijk te behouden. 


Naast zouten en vitaminen hebt u nog andere, even belangrijke voedingsstoffen noodig, n.l. eiwitten, vetten, koolhydraten en water. Deze voedingsstoffen moeten in een veel grootere hoeveelheid voorkomen in ons voedsel, dan de zouten en de vitaminen. Toch hoeft u er niet zooveel aandacht aan te besteden, daar de kans dat u ze met de bereiding verloren laat gaan, niet zoo groot is. Als u bovengenoemde regels volgt, komen alle voedingsstoffen in de door u gekozen voedingsmiddelen voor. 


Tracht nog steeds, al is het moeilijk, afwisseling aan te brengen. Uw moeite zal beloond worden, uw gezin zal er u dankbaar voor zijn, en omdat het de gezondheid ten goede zal komen.

Aldus het kookboek uit 1942!

 

Koken in de ouderwetse hooikist!
 
Oudere lezers kennen de hooikist misschien nog wel van vroeger. De kist werd
in de Tweede Wereldoorlog door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen
aangeprezen. In een oude kist stond eens: 'Ik Spaer en Maek Gaer'.
Oorspronkelijk had deze kist een vulling van hooi - vandaar de naam - die
jaarlijks vervangen moest worden. Van de moderne hooikist hoeven hoogstens
eens de kussensloopjes in de was.
Een vierkante kist, gevuld met vrolijk geruite kussentjes. De ouderwetse
hooikist, nu niet meer gevuld met hooi maar met houtafval, dat de warmte
zeker 3-6 uur goed vasthoudt, zorgt ervoor dat de producten op een
natuurlijke wijze warm worden gehouden, zodat het proces van nawellen
kosteloos en gezond wordt voortgezet.
Deze kist wordt speciaal gebruikt voor het nawarmen van allerlei
graansoorten, bonen, rijst, maïs, couscous en erwten. Ook voor het rijzen
van deeg en zelfgemaakte yoghurt of kwark is de hooikist te gek.
Maar natuurlijk kan alles hierin warm worden gehouden.
Je hoeft deze producten alleen vooraf kort op te warmen, en dan hup de
hooikist in. Zo blijven de meeste voedingsstoffen ten volle bewaard. Het
alternatief, bijv. bij erwten en bonen ongeveer 3 uur op temperatuur houden
maakt in het energieverbruik een enorm verschil en het hooikistenproces is
dan ook veel natuurlijker. Het nawellen met een zachte warmte van minimaal
60 °C brengt de ingrediënten op een makkelijke manier tot ontsluiten. Het
zet op een romige manier uit wordt beter verteerbaar en brandt niet aan. U
kunt dit rustig 's nachts laten gebeuren en het de volgende dag makkelijk
weer even opwarmen voor het verder bewerken. Zout toevoegen vooraf bevordert
het stukkoken, wat natuurlijk
voor een soep gunstig is.
De hooikist is ook als stevige bijzettafel te gebruiken.
Er is een speciaal boekje voor het koken met de hooikist, waarin de
kooktijden en
bewaartijden in de hooikist duidelijk staan aangegeven. Ook vindt u hierin
een groot aantal recepten: 'Koken met de hooikist' door
kookboekenschrijfster Vreni de Jong. Dit boekje kost EUR 7,95. De hooikist
zelf met de isolatiekussens kost EUR 89,90. Deze kist waaraan u geen
onderhoud hebt, zal u vele jaren plezier geven.
Verkrijgbaar bij De Natuurlijke Molen.
Probeer het eens uit: het spaart brandstof en voorkomt stress in de keuken.
Of de rijst nu een uur of de hele middag in het bedje van wol en
houtsnippers staat te garen, maakt helemaal niets uit. Geen aangekoekte of
aangebrande rijst meer en je hebt lekker de handen vrij voor andere dingen.
Daarnaast is de hooikist geschikt voor het maken van yoghurt en nuttig bij
het laten rijzen van deeg.
 
Enkele hooikist-recepten:
 
couscous
Doe de couscous in een zeef, spoel ze af onder de koude kraan en laat ze
goed uitlekken.
Druppel er wat olie overheen (ca. 1/2 eetlepel op 200 g couscous) en werk
het er met de hand doorheen. Hang de zeef in een passende pan met deksel
waarin nog ten minste 2 cm ruimte is tussen de zeef en de bodem van de pan;
de zeef mag er niet bovenuit steken.
Giet zoveel heet water in de pan dat de zeef er niet in hangt.
Maak een theedoek nat en wring hem goed uit, leg hem diagonaal dubbel en rol
hem op.
Drapeer deze reep tussen pan en deksel en leg het deksel er stevig op. Stoom
de couscous krap gaar in ca. 15 minuten; schep hem af en toe om. Werk nu
vlot: giet het water op een bodempje na uit de pan en stort de couscous in
de pan. Roer het zout er door (1 1/2 theelepel op 200 g couscous) en doe het
deksel op de pan, de theedoek ertussen gespannen (vangt het condenswater
op). Zet de pan nog tenminste een kwartier in de hooikist om de couscous
helemaal gaar te laten worden.

bruine bonensoep met groenten
 
200 g bruine bonen - 100 g haver, gerst of gort - 1 liter water - 1 ui - 2
laurierblaadjes - 5 kruidnagels - 5 jeneverbessen, licht gekneusd - 2
theelepels karwijzaad - 2-3 eetlepels olie - 4 eetlepels bloem - 1 eetlepel
paprikapoeder - 2 theelepels gemberpoeder of 2 theelepels salie of
rozemarijn, gestampt met 2 theelepels zout - evt. versgemalen peper
 
Week de gewassen granen en bonen een nacht in het water. Verwijder van de ui
alleen de lelijke schil. Snijd de ui overlangs doormidden en prik de
laurierbladeren met de kruidnagels op de bolle kant. Leg dit samen met de
jeneverbessen en de karwij bij de geweekte bonen en granen in de pan. Breng
alles langzaam aan de kook en laat het op een spaarbrander 20 minuten koken
(bij gerst en gort 45 minuten).
Verwarm intussen in een pan met dikke bodem de olie met het meel en rooster
het al roerende op een matig vuur lichtbruin. Doe dit meel bij de gekookte
granen en bonen.
Voeg het zout toe, plus paprika of kerrie als u zuurkool gebruikt, salie of
rozemarijn bij wortel of biet. Zet de pan ten minste 2 uur in de hooikist
(gerst en gort 3 uur).
Haal de ui en zo mogelijk de jeneverbessen uit de pan, verwijder de of schil
van de ui en snijd haar klein. Doe dit in de soep. Knip de zuurkool zeer
fijn of rasp de wortel of biet zeer fijn. Giet de bouillon erbij, laat alles
nog een paar minuten pruttelen en roer er van het vuur af de groente en de
zure room door. Strooi de fijngeknipte verse kruiden erover.
Serveer de soep met brood en rauwkost.
Geef wat fruit toe.
Zet voor niet-vegetariërs een kommetje met plakjes rookworst of uitgebakken
plakjes ontbijtspek of dobbelsteentjes rookspek op tafel.

voorjaarspotje van gierst met basilicum en veldsla
 
250 g gierst - 3 dl volle melk - 3 bosuitjes - 2 eetlepels olijfolie - 250 g
veldsla -
250 g room- of geitenbrie - 15 blaadjes basilicum - zout en versgemalen
peper - 25 g boter
 
Gierst wassen en 1 uur weken in 6 dl water. Gierst met het weekwater aan de
kook brengen en ca. 15 minuten zachtjes koken. Melk tot tegen de kook aan
verhitten en met wat zout door de gierst roeren. Gierst 1 uur laten nawellen
in de hooikist (of dekens).
Intussen bosuitjes in ringetjes snijden en beetgaar roerbakken in de hete
olie. Veldsla wassen, even uit laten lekken en in stukjes scheuren. Brie in
stukjes snijden. Basilicum in stukjes scheuren. Gierst met een houten lepel
of mixer tot een luchtige puree kloppen.
Boter erdoor roeren en op smaak brengen met zout en peper.
Bosui, veldsla, brie en basilicum erdoor scheppen.
Direct opdienen.
 
Opmerking: ook lekker met raapstelen, andijvie of waterkers.

rijstebrij
Ideaal te maken in de hooikist is rijstebrij.
 
Was 200 g ronde witte of bruine rijst. Snijd een centimeter of 3 van een
vanillestokje overlangs open en krab de korreltjes eruit. U kunt ook een
theelepel vanillepoeder nemen.
Breng de rijst met het vanillestokje en de vanillekorreltjes in 5 dl water
langzaam aan de kook.
Laat de rijst op een sudderstand 10 minuten koken, bruine rijst 30 minuten.
Roer 2 eetlepels suiker en 1/2 theelepel zout door de rijst.
Laat de rijst in de hooikist 1/2 uur nawellen, bruine rijst 1 uur. Verwijder
dan het
vanillestokje en voeg ca. 2 dl room toe tot de brij de gewenste dikte heeft.
U kunt ook melk toevoegen en een klontje boter. Klop de rijstebrij luchtig.
Lekker als nagerecht bij een lichte maaltijd of als hoofdmaaltijd in een
kindermenu.
Nog lekkerder wordt de rijstebrij met een bessensaus. 
 
Weet u nog niet of zo'n hooikist wel handig is, dan kunt u voor de
rijstebrij best uw bed een keer als hooikist gebruiken. Vouw voor de
zekerheid een handdoek om de pan tegen de hitte.