W. Offermans en zijn 'Versenboek' (1867)

Hollandsche Gezelschap Liederen

Redactie: Leonie Robroek

Informatie

Bron: Hollandsche Gezelschap Liederen (handschrift)

Auteur: W.Offermans

Datum: 21 november 1869

Titel: Het geld

Genre: maatschappij kritisch, amusement

Wijze: niet vermeld; [het koffielied]

Pagina: 74-76

Inhoud: Voor geld is alles te koop in de wereld. Het verandert de mens meestal ten kwade.

Tekst

Het Geld

 

1.

Wat wordt het meest bemind op aard het geld

Waardoor wordt heil en ramp* door ,, ,,

Wat geef een lomper kloek verstand

En maakt hem tot een heer van ’t land

het geld, het geld, het geld.

 

2.

Wat doet den grooten Zot ontzien het geld

En aan den gekskop achting biën* ,, ,,

Die anders was een pierlala*

Wordt wijzer dan een seneca*

Door het geld, door het geld, door het geld.

 

3.

Wat maakt een weetniet hoog geleerd het geld

En hem als advokaat geëerd het geld.

Hij koopt dien glorierijken naam

Waar zag men immers naar de kraan

Voor het geld, voor het geld, voor het geld.

 

4.

Wat maakt den armen tot een slaaf het geld.

En voor het oog der grooten braaf het geld

Die met de schijven rammelen kan

Draagt licht den naam van eerlijk man

Door het geld, door het geld, door het geld.

 

5.

Wat maakt een leelijk meisje mooi het geld

Een veete van een lichte kooi het geld

Schoon Roosjes eertje is bevlekt

Zij heeft dat vlekje toegedekt

Door het geld, door het geld, door het geld.

 

6.

Wat maakt de kromste zaken regt het geld

Waarom ’t feit verkeerd beslecht om ’t geld

Waarom processen uitgerekt

² Om ’t geld, om ’t Geld, om ’t geld*

¹ Clienten* in ’t verschil gewekt.*

 

7.

De gansche drijfveer op de aard is ’t geld

Dus wat is ’t allermeeste waard ’t geld

Geld is de spil waar ’t al op draait

Geld is de haan, die koning kraait*

Dat geld, dat geld, dat geld.

 

21 Nov.

69

 


* ramp: de zin is niet volledig

* biën = bieden

* pierlala = koddig mens

* seneca = bedoeld is een wijs iemand. Lucius Annaes Seneca: Romeins filosoof en treurspeldichter, leefde van 4 voor Chr. Tot 65 na Chr.

* om ’t geld = O.geeft hier met de cijfers 1 en 2 aan dat de twee dichtregels in andere volgorde gezongen dienen te worden.

* clienten = lees: cliënten

* gewekt = voor de gek gehouden

* de haan die koning kraait = de baas zijn, hier dus: het geld regeert, is machtig