INHOUD
JOS ONGERING
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

PRINT PAGINA
 

Jos Ongering

        


Woede

In de ogen van mijn vader

doe ik bijna nooit iets goed.

Mijn zusje viel net op haar snoet;

hij vond mij meteen de dader.

 

Ik kreeg de schuld van al dat bloed.

Hij schold me uit voor een verrader.

Hij was kwaad en ik werd kwader:

ik zag een waas, een rode gloed.

 

Ik had mijn zusje niets misdaan,

zij was vanzelluf uitgegleden.

Daarna is er iets fout gegaan.

 

Ik kreeg straf zonder een reden,

dus ga ik nu mijn vader slaan.

Dan zijn we allebei tevreden.