|
Tim Stoop
|
O
met gesloten ogen zien hoe
jij op je sportfiets een
flauwe bocht makend rechtsaf
wilde slaan de van
Meeterenstraat in je
toen bedacht en achter mij
aan fietste je rechter hand
op mijn linker schouder zei
dat het leuk zou zijn om
naar het park te gaan je
fiets kon je wel veilig bij
een tante zetten. En
in het park jouw lippen op
die van mij zo onverwacht en
hevig dat ik schrok onevenredig
later op
glooiend gras kijkend naar
water.
Maar
wat in 's hemelsnaam zeiden
wij daar tegen elkaar jij
met je slanke armen soepel om
je opgetrokken benen en ik als
een winkelhaak naast je. O
dat wij nu weer even op het vergeten
groen en bij dat water zaten
en jij lachend als toen zacht
zou herhalen wat jij zei en hoe ik zweeg. |