INHOUD MELIS
HOME
SPECIAAL
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS

Piet Melis - Toen er nog geen spierke kwaad in zat

9 - Broodjes met ham en kaas


Op de eerste zondag na Pinksteren, Drievuldigheidszondag, trekt de processie door het dorp. Dit ter herdenking van het wonder dat plaats vond in de dertiende eeuw.

De plaatselijke priester twijfelde aan de verandering van wijn in het bloed van Christus en stootte de kelk met witte wijn tijdens de mis om en de altaardoeken kleurden rood met het bloed van Christus.

Ons dorp werd een bedevaartsplaats en eeuwenlang trokken er pelgrims naar het dorp om deze "Bloeddoeken" te vereren. Tijdens de reformatie in de achtiende eeuw werden deze doeken in veiligheid gebracht in het Belgische Hoogstraten. In de jaren twintig werd een van deze doeken weer naar onze plaats teruggebracht en de pelgrimages werden weer hervat. De processie werd een jaarlijks terugkerende gebeurtenis die enorm veel bekijks trok en nog steeds trekt.

Elk jaar opnieuw werden er meer kleurrijke groepen aan de processie toegevoegd. Voor ons kinderen was dat een gebeurtenis waar we elk jaar weer naar uitkeken. Ons grootste verlangen was natuurlijk om in de processie te mogen meelopen.

Mijn kans kwam toen ik misdienaar werd en aangewezen werd om deel uit te maken van de groep waarin "ons Heer " plechtig werd meegedragen. Ik had mijn zinnen gezet op het dragen van het wierookvat. Ik zag me al lopen naast de notabelen van het dorp die gestoken in hun jaquet, hoge hoed op en met hun witte handschoenen aan om beurten met vier man het baldakijn droegen, terwijl ik al zwaaiend met een wierookvat eerst de geestelijkheid die meeliep en daarna het volk langs de weg, dat geknield lag, te bewieroken.

Het pakte anders uit, ik kreeg een boodschappentas te dragen met daarin de reserve houtskool en wierookkorrels.

Door de jaren heen heb ik zoals vele van mijn plaatsgenoten alle mogelijke functies in de processie vervuld. Van schildknaap tot koorzanger of als lansdrager, deeluitmakend van een historische groep. We zagen er nogal krijgshaftig uit, ons hoofdeksel was een puntige stalen helm, komende uit de plaatselijke lampenkappenfabriek, die nogal strak om ons hoofd zat, zodat we na afloop van de processie allemaal barstten van de hoofdpijn.

Toch was de processie een vrome aangelegenheid, het bracht een bepaalde sfeer en het deed me wel wat.

Vlak na de oorlog, maanden voor dat de processie weer zou uittrekken zei vader tegen mij en mijn broer Kees, "denk er om, dit jaar jezelf niet opgeven om met de processie mee te doen. Er worden duizenden mensen meer verwacht dan andere jaren want er wordt een speciaal jubileum gevierd. We gaan met een kraam met koffie en broodjes staan, want al die drukte kunnen de cafe's nooit aan. Er worden zeker twintig bussen met volk verwacht".

Mijn vader stond regelmatig met een kraam met snoepgoed en rookwaren op alle mogelijke evenementen zoals wielerrondes en paardenconcoursen en placht zichzelf een "specialist" op dit gebied te noemen.

Hij had voor deze gelegenheid toestemming van de eigenaar van een groentewinkel midden in het centrum van het dorp gekregen om tijdens de processie achter op de plaats een soort broodjeszaak in te richten.

De zaterdag voor het grote gebeuren waren we zowat de hele dag in de weer met het sjouwen van tafels en stoelen, die we geleend hadden van de plaatselijke limonadefabriek want we zouden ook frisdranken gaan verkopen.

Er was een groot afdak waar we gedeeltelijk onze stoelen en tafels onder kwijt konden in geval het zou gaan regenen. Vader had 500 broodjes laten bakken en de nodige kilo's ham en kaas besteld.

Mijn vriend Kees en mijn broer en ik zouden de "coffee shop" doen want vader had zelf weer een paar mannetjes rondlopen die tijdens de processie snoep en rookwaren verkochten en hij zelf zou in een kraam staan langs de route met gevulde koeken en aanverwante etenswaren.

De verwachtingen waren hoog gespannen. 62 -

Op zondagmorgen al vroeg fietsten we met ons drieeën naar ons "cafe". Het was stralend weer. We kwamen langs "de houtwerf" waar waarachtig al een bus stond geparkeerd. Wij vonden dat een goed teken.

De broodjes, de ham en de kaas waren al bezorgd evenals een aantal kratten frisdranken. Vader had al vroeg de koffie gezet die werd warm gehouden in een grote koffieketel. Een groot bord aan de straat verwees het publiek naar ons "establisement".

Vader zei,"begin maar met honderd broodjes te smeren, beleg er vijftig met ham en vijftig met kaas. Ik moet nu gaan, want zoals je weet heb ik meer te regelen".

De hele dag hebben we met z'n drieen uit verveling zitten kaarten en de nodige flesjes frisdranken gedronken. Ondertussen trok de processie voorbij en hoorden we de diverse harmonieen steeds maar weer het "Aan U, O, Koning der Eeuwen" spelen . We hebben zeggen en schrijven een kopje koffie verkocht aan een mevrouw die hoognodig naar de w.c. moest !

We zijn bij ons in de buurt nog tot laat in de avond bezig geweest om de broodjes, de ham en de kaas tegen sterk gereduceerde prijs aan de man te brengen.