Van
denzelfden dichter zijn reeds eerder bij Drukkerij Henri Bergmans te
Tilburg verschenen, de volgende verzenbundels in Brabants dialect:
Den
Örgel (uitverkocht)
De
Mus (90 ct.)
De
Kinkeduut (90 ct.)
Brabant
(f 1,50)
Deze
bundels zijn in elken boekhandel verkrijgbaar.
Hier
volgen eenige Persuittreksels:
DE
MAASBODE:
Het
moet gezegd zijn, dat deze pretentielooze en volksche liedjes, in het
kader waarin ze staan, frappante kwaliteiten bezitten. Ze zijn
volksch in den goeden zin van het woord, ze zijn voor alles direct
en zuiver van sentiment.
Deze
dichtkunst is verwant aan den spreekwoordelijken trant, waarin een
vroeger geslacht zich uitdrukte; er zit veel levenswijsheid in, die
zonder een schijn van waanwijsheid wordt gedebiteerd.
U.
N(ooteboom)
DE
RESIDENTIEBODE:
Wij
hebben niet steeds met zooveel en zoo groot genoegen van een bundel
verzen genoten, als van deze; maar nooit ook hebben wij ons zóó
afkeerig van en onmachtig tot het plegen van litteraire vivisectie
gevoeld, als na het verkwikkend verslinden van deze spontane poëzie.
Wanneer
men kennis maakt met een verzenbundel vol echt, sprankelend leven,
recht uit het hart en naar het hart toegeschreven en daarbij
geheel in het Brabantsche dialect, dan denkt men wel even aan de
problemen die op kunnen worden geroepen rondom regionale litteratuur, -
maar als er één remedie is, genezend van alle "problemerigheid",
dan is het een bundel van Piet Heerkens.
Men
moet deze versjes, deze zangerige deuntjes lezen, liefst hardop, wanneer
het dialect tenminste geen onoverkomelijke hinderpalen biedt; en ieder
die maar een greintje zangerigheid in eigen wezen heeft, zal zijn
vreugde beleven aan deze echt hartelijke, want zoo van harte gezongen
poëzie. Er zijn er bij, waar men zóó een melodietje bij zou
willen maken; in andere zijn natuurgeluiden geestig verklankt; in weer
andere is een brokje typische folklore verwerkt; uit
alles proeft men Brabant en het Brabantsche volk op zijn mooist, op z'n
best.
DE
VOLKSKRANT:
Pater
Heerkens kan het zingen klaarblijkelijk niet laten. De gedichten van
Pater Heerkens mogen bij wijze van erenaam "liedjes" heten,
zozeer roepen ze met hun zangerige maatval en klankenspel een wijsje in
het hoofd. 't Is vreemd, maar onwillekeurig wil je bij het lezen van de
"Mus" bij ieder gedicht een deuntje gaan neuriën. Je zoudt
niet weten wat-voor-een, maar toch...
ONS
EIGEN BLAD:
Men
staat inderdaad verbaasd, hoe warm en melodieus, hoe volks en
zangerig deze Tilburgenaar zijn Brabantse deuntjes tiereliert. We
hebben er van genoten en we raden alle Brabantse onderwijzers en
leraren aan: laat dezen örgel bij tijd en wijle ook in de klas
eens een deuntje afdraaien. De jeugd zal er niet minder van smullen dan
gij zelf en er Brabant te meer om gaan liefhebben. De
"heem" in de school betekent zeker, en niet het minst, de
heemtáál in de school.
Fr.
S. R.
HOOGERLEVEN:
Taalzuiveraars
zullen er om grinniken. Maar een mensch met het hart op de rechte plaats
versmaadt zulk een intermezzo niet, dat hoegenaamd geen aanstellerigheid
vertoont, doch knap ineengestoken is, en door z'n volksche klanken en
sappige wendingen dikwijls ons meer nabij staat dan veel hoogdravenden
onzin.
DE
RIJKSEENHEID:
De
voorliggende bundel geeft ons een heerlijken blik in het eenvoudige,
diepgeloovige, kinderlijk-blije hart van den schrijver:
Hoe
goed doet het, plotseling als een glinsterende
lichtstraal (te midden van een stroom van moderne
"litteratuur") de "MUS" te ontmoeten, die ons even
de droevige wereld van heden doet vergeten en ons met zijn schalksch
getjilp doet lachen en mee-genieten van al wat hij op zijn rondfladderen
ziet in Gods vrije natuur!
Hoe
goed doet het, te midden van de tragische, zuchtende, vechtende wereld,
plots te staan tegenover een mensch, die diezelfde wereld
langs zich heen laat gaan met een
onbezorgd, blij hart, die ons meesleept in zijn lach en die zijn vreugde
op ons doet overslaan!
LIMBURGS
DAGBLAD:
Een
nieuwe Pater van Meurs, maar wel een onmiskenbaar eigen geluid.
Hij zingt van allerlei eenvoudige zaken, van kinderen en bloemen, van de
zon en het water en de wei, en hij doet het met een kennelijk plezier om
de schoonheid en de goedheid van alles. 't Is een-en-al zang van het
zuiverste soort. En zoo is elk gedichtje een verrassing. Daarbij is
het boekje koddig-vermakelijk geďllustreerd door Tijs Dorenbosch.
NIEUWE
VENLOSCHE COURANT:
Humor
is niet grof en goor, maar zuiver en fijn. Pater Heerkens, die we even
lieten zien als Gezelliaansch natuurgevoelig, geeft zulke kostelijke
volkshumor, wat trouwens Gezelle ook deed.
DAGBLAD
VAN NOORD-BRABANT:
Wat
deze Brabantsche dichter in hart en nieren ons brengt, is zuiver
ongekunstelde taal, poëzie van een aantrekkelijke primitiviteit,
die juist daarom zo schoon is, wijl zij onmiddellijk aanspreekt.
Poëzie die niets heeft van het "raadselachtige" dat vele
moderne gedichten tot ware hersenstrubbels maakt.
TILBURGSCH
STUDENTEN-WEEKBLAD "VIKING":
......een
stroom van versjes en liedjes. Hij kwettert het letterlijk uit in een
reeks van vlot-lezende rijmpjes, in één trek neergepend vaak zeer
origineel en geestig met voornamelijk gegevens uit het dagelijksche
leven; lachenderwijs worden ons waarheden geleerd over dood en leven; in
veel speelsche rijmen uit de schrijver zijn liefde voor de kinderen en
de dieren.
NIEUWE
TILBURGSCHE COURANT:
De
dichter laat zijn "taal" jubelen en dansen en springen in
gemoedelijk-vroolijke en ernstige liedjes. De versjes bekoren door hun
eenvoud maar vooral door hun dartelend ritme en de klankenrijkdom en de
levensvreugd die er aan alle kanten uitspettert.
PROVINCIALE
NRD.-BRAB. EN 's HERT. CRT.:
Het
werden geen zwaarwichtige gedichten, geen verzen waarmee we in diepen
ernst wegkruipen en die ons pakken door ontroering en taalschoonheid.
Het werden dingen uit en voor het volkschhart, speelsche dingetjes, die
een glimlach weten te tooveren, met even een glimpje weemoed er door,
even soms een diepen toon, maar dan weer opvlinderen als kinderrijmpjes
blij en vlot.
Men
voelt zich bij het lezen van dit werkje als 't ware genoegelijk aan 't
buurten bij een jovialen en gastvrijen Brabander, bij wien men met
plezier nog wat blijft "plakken", omdat hij u zoo kostelijk en
toch ook met den ernst van een gezonden en zich van het leven bewusten
geest, bezig weet te houden.
"ONS
TILBURG":
Zoowel
om de verzen van Pater Piet Heerkens, als om de teekeningen van dieën
voortreffelijken illustrator, die Tijs Dorenbosch is, moet dit boekske
van de hand vliegen en seffens en subiet in een-twee-drie uitverkocht
zijn. Die mannen-broeders hooren bij mekaar bijna zooals de kaars en de
gietvorm; en als de kaars gereed is, komt er een vlammeke boven uit van
zuivere Brabantsche kunst.
...dat
Heerkens de zotste en de zoetste deuntjes uit den örgel weet te
lieren, en liekes van leut en van vroomheid, uit de kinder- en de
vogelwereld, van het stadsvolk en van den buiten, stemmingen uit de
natuur en het leven, instantaneetjes en filosofiekes, alles klaar van
geluid en dikwijls zoo muzikaal, dat men weifelt en twijfelt of het
van gecomponeerde muziek nog muzikaler kan worden. Ik meen dat voordrachtkunstenaars
goed zullen doen, het bundeltje niet voorbij te gaan; in ieder geval hoop
ik, dat menig vers eerlang tot het geestes- en harte-bezit van ons
Brabantsch volk zal behooren.
Heerkens
heeft andermaal waargemaakt, dat er maar (!) een poëtisch gemoed en
zeggingskracht noodig is, om willekeurig taalmateriaal om te scheppen
tot een ding van schoonheid. Zijn schoon bezit
is een ziel vol zang en vroomheid, een wakker oog en een gezondmakende
liefde voor het eigene.
M(ichels)
DE
NIEUWE EEUW:
Pater
Heerkens zal voor méér vrienden zijn "örgel" moeten draaien
dan hij wellicht zelf vermoedt. Zoo pretentieloos, eenvoudig, vol klank
en vlotheid klinken ze, dat ze boeien en bekoren moeten.
De
örgelliedjes zijn van goeden, volkschen eenvoud, met smaak gekozen en
met warme liefde voor taal en streek gecomponeerd.
DE
VACATURE:
Het
sympathieke, levende document van liefde voor Brabant.
Piet
Heerkens schrijft verzen, die door de sappige sprake waarin ze
geschreven zijn een sfeer van intense gezelligheid en vreugde scheppen,
zóó dat de lezer zich menigwerf zal gevoelen als Gezelles "bladjen
op het water".
ST.
JANSKLOKKEN:
Draait
dieën örgelman nog meer van die plaotjes ! - En krabbelt dieën
teekenmens nog meer van die aorige krullekes? - Geeren, heurre!
BOEKENGIDS:
Kijk,
zoo weer iemand die een natuurgave bezit. Dat zijn me nu
zeg-zing-tel-wiegeliedjes, niet op commando, maar uit de sappigheid van
folklore. 't Zingt zóó, direct, en 't is fijn, ook de uitgave
en de illustratie. De dichter bevestigt zijn naam als talentvol
beoefenaar van het lied in dialect: gul en smaakvol.