Aan
het College van Burgemeester en Wethouders
Postbus 90156
4800 RH Breda
Breda, 2 februari 2005.
Geacht
college,
De commotie rond de instelling van
een stadsdichter van Breda blijft voortduren, zo blijkt opnieuw vandaag
in een column in Dagblad BN/De Stem. Hierbij wordt, als steeds, een link
gelegd naar mijn functie van stedelijk volksvertegenwoordiger.
Die laatste functie wens ik in volle transparantie en integriteit te
kunnen vervullen.
Het is dan ook daarom dat ik u op de hoogte wil brengen van mijn
stellingname terzake, mede in het licht van de beslissing van de jury
die vorige week donderdag besloten heeft mij voor te dragen voor de
eretitel stadsdichter van Breda.
Indien het College te eniger tijd
wenst over te gaan tot de formele, gemeentelijk ingekaderde (en
gehonoreerde) functie van stadsdichter, zal ik mij als dichter, om
iedere schijn te vermijden, voor die functie niet beschikbaar stellen
zolang ik als gekozen volksvertegenwoordiger werkzaam ben.
Maximaal twee jaar zal ik met
gepaste trots de door particulier initiatief ontstane titel van
stadsdichter voeren. Ik zal mij hierbij als dichter inspannen de titel
een zodanige inhoud te geven die recht doet aan de uitgangspunten van
werkgroep en jury die aan de basis stonden van dit initiatief.
De openbaarheid gebiedt mij deze
brief in afschrift aan de gemeenteraad en aan de pers te sturen.
Met gevoelens van hoogachting,
Olaf
Douwes Dekker.