Arjo
van
Hattem
gedichten
Opslaan
Oh, wat mooi, oh wat schoon
Het beeld komt naar boven,
het beeld komt tot leven
Voor jou, voor jou gemaakt
Een vinger op je scherm
Het universeel gemaakte contrast
past zich aan, past zich aan je
Met gemak, krijgen van je genot
Nooit mag je het vergeten
Absorberen van je scherm
De hele zooi, je hele leven
Je hoeft het niet meer door te trekken
Zoeken is niet nodig, vinden is lastig
Maar let wel, het staat erop,
het staat op je harde schijf
3D tje “met”
Lekker Gravity kijken
Oh Duveltje vergeten
Gelukkig, het is niet druk bij de bar : “heeft u een glas Duvel”
Nou ja, een kwartiertje gemist van de film
Waar is die bril nou weer gebleven; ze moesten meer licht maken in
die zalen
Oké, dan maar even dat glas op de grond
Wat is die vloer plakkerig ?
Ja ! ik heb ‘m
Nou de Duvel nog
Verrek, m’n vinger in het glas, “lik, lik”
Wat, wat is er, wil je wat eten ?
Oké, ik haal wel wat, wat zeg je ? : doe maar chips
Effe die bril afzetten…
Hou jij m’n glas even vast
Oh, zie je alles dubbel, dan moet je die bril even afzetten
Ja, nou zie ik het
Daar ben ik weer, “kraak, kraak”, ze hadden geen chips
Maar pas nou op anders mors je dat sausje
Waar is m’n Duveltje…hmmm.
Oh ja, ik moet m’n bril weer opzetten
Mag ik ook wat chips, “kraak, kraak” en dat sausje ?
Oh, fuck, chips in m’n bier
Effetjes er uit vissen
Hè, hè, klotst de helft eruit
Sommigen noemen dat, drank-misbruik
Nou ja, ik heb nog een paar blikjes Bavaria in m’n tas
Hé zeg es, heb ik veel gemist, is het een mooie film ?
Nou niet te hard schudden, oh…!
doem
doem is niet te doen
in het donker is niets te zien
je begint natuurlijk nooit niet aan die weg
de weg, die je niet wil gaan
deze doem is van mij alleen maar ik vind het niet fijn
zoeken naar wat je niet wil vinden
zoeken, niks, niks, nergens naar
een einde zonder begin
woorden zonder zin maken geen zin
doem, je kan er niet aan ontkomen
niet willen beginnen
als je weet waar je eindigt
één-richtings verkeer, waar je niet in kan
vastgeroest op je plek
losgeweekt, het maakt niet uit waar je gaat
stad
Ontdek de romantiek van de stad
De zon zakkend achter het beton
Rechts daarnaast, een rand van glas
Links een witte muur van de monumentenzorg
Weer netjes opgeknapt uit negentien honderd en zoveel
Recht vooruit de mediamarkt gespiegeld
Voor mijn stemming scheelt het niet
Het logo op het bierglas is gewoon te lezen
Mij zelf zie ik tussen de media,
lachend of huilend,
niet stil, wel alleen,
boven de rand van mijn glas met bier
Ongeluksvogel
’s winters is de ochtend donker
opstaan, naar de w.c. gaan heeft risico
een slappe- dubbelgevouwen of grote uit de broek springende
warm onder de dekens vandaan
gewoontegetrouw z’n ontlading willen geven
echt, dat licht moet aan.
koffie voor mijn ontwaken
‘s ochtends de ogen half dicht met de heerlijke suggestie
van… help, geen koffie maar warm water
het koffiefilter maakt m’n suggestie niet waar
het gezellig pruttelende water
vult de koffiepot vol met warm water
wakker moet ik worden, wakker moet ik zijn
snugger ben ik, maar ik slaap
helaas geen koffie, alleen maar water
zo houden ze me dom, zo houden ze me stom
mijn vrede is er niet
woede zet het koppie zonder koffie naast de tafel
tijd voor het vage leven
alles komt heel onzeker op gang
ha, ha, het licht gaat schijnen
alles waarneembaar, niet te vatten
mijn programmering staat nog niet klaar
let nou op en doe de schakelaar aan
don’t forget the power
lucht
De lucht, die in de hemelen zijt
De lucht is donkerblauw met rode strepen
Dat is mooi, heel mooi werk
De lucht is vol verklaringen
Alleen de lucht, die dat alleen kan
Alleen, voor mij alleen, kan de lucht dat niet
De lucht, die kucht, vol rust, genot en troost
De lucht, altijd oneindig, altijd ver
Kijk, daarnet donker met rode strepen
Kijk, ik hou het op hem
Hij is nu licht met witte vegen
ELKE DAG VERS : op een donkere muur
Iemand komt er soms voor, onder in die lucht erdoor
Boven vliegen er vogels in, zwart zonder kleur
De lucht, die lucht is nou grijs
Reclame is vlakbij en geeft de lucht kleur
De oneindigheid, die is er vandoor
|