Poosplaatsen
langs het water
De
Mark en de stad Breda
9:
Breda
aan de rand van het Chassépark
Y.
Né liet zich inspireren door het militair verleden van het terrein en de
nieuwe bestemming ervan.
Waar tien jaar geleden nog tanks manoeuvreerden is immers in de afgelopen
jaren een prachtig nieuw stadsdeel verrezen onder de bezielende leiding van
stedenbouwkundige Rem Koolhaas en de Gemeente Breda.
Het Chassépark kenmerkt zich door ontmoetingen tussen oude en nieuwe
architectuur, groen en openheid. Overal ervaart men zichtlijnen,
verbindingen tussen de oude en de nieuwe stad.
Vanuit de hoogte van de oude en nieuwe torens uitkijkend over de stad, lijkt
deze welhaast een labyrint met zijn wirwar van straten.
Ook in het gedicht dat Y.Né voor deze plek schreef is er sprake van een
ontmoeting tussen oud en nieuw. Ze verwijst in haar dichtregels naar de
wortels van onze cultuur, waarin de Griekse mythologie een belangrijke rol
speelt. In haar tekst klinkt het verhaal door van het gewelddadig monster de
Minotaurus, dat leefde in een door de architect Daedalus ontworpen labyrint
op het eiland Kreta. Alles keert zich in deze mythe ten goede als de held
Theseus het monster veldt en dankzij Ariadne, die hem gesponnen garen als
leidraad heeft meegegeven, de terugweg uit het doolhof weet te vinden.
Geen
minotaurus, geen tank. Je leert iets anders
dan verdediging:
langs gesponnen zichtlijnen dansend
door labyrinten gaan. Armen en benen bewegen buiten
hun legers zo vrij, je kijkt de tijden open aan, hier
op
Ariadnes andere eiland, je fierste wapen is het licht
(NB:
Het poosplaatsen-project is een initiatief van Pien Storm van Leeuwen)
|