INHOUD 
EMANUEL VAN AMELSVOORT
HOME
POËZIE
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
KUNST
FOTOGRAFIE
BRABANTS
AUDIO

Print  Pagina

 

Emanuel van Amelsvoort

 

 

De verliefde paskreng

Een paskreng was in Oerelom

met veertien danteruggen.

Zij sponnen water in een kom

en plaatsten hondenpluggen.


Zij snoven larvenhurken op

en bleven gaai oppannen.

Zetten wat uksen in het sop

en oksemanenrannen.


Een kluitvier met gedrongen bog

verscheen op alisokken,

en plengde blij de tonnen zog

over de mierennokken.


Toen kwam er in het avondlaat,

gehuld in wierooktanen,

de imitatie van brokaat

met olvarit bananen.


Zij werd begeerd in heel de kom

en ook nog ver daarbuiten.

Men knokte zich tot bruidegom,

maar ging dan door de kuiten.


De paskreng okte soef alom

en ging haar eens bekijken.

Hij vond wel dat ze teveel glom

met haar bewiekte zeiken.


Haar ogen straalden mietenkruit.

Dat deed hem fel begeren.

Hij trok z'n baseloentje uit

om het lot voor hem te keren.


Zo wikte paskreng dan zijn bruid

en ollen kwamen zingen,

dat hij niet zwikte door zijn kuit

met koren orberingen.


En 's-avonds door de blauwe lucht

leidt hij haar over tinnen.

Bezingt met bibberende pracht

de kantjes van haar linnen.


Emanuel 1961