INHOUD EWOUD WILLEM VAN DOORN
HOME
INHOUD POëZIE
KUNST
FOTO
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO

Print  Pagina

 

Ewoud Willem van Doorn  

 

Gedichten (02)


Bosnië

 

De gesluierde vrouw

wijst naar mij

en spreekt over pijn

over hemel en aarde.

 

Zij wacht

op haar man

haar zoon

haar vader

haar broer.

 

De vrouw

moeder

dochter

zuster

zij huilt en wijst.

 

Haar woorden

vinden geen rust, in vrede;

de hemel is te hoog

en de aarde is te hard.

 


Mijn tijd

 

Tijd, geboortetijd… tijd loopt, de tijd loopt verder, de tijd loopt verder weg, tijd hebben, tijd nemen, tijd maken, tijd geven… onze tijd, ontdektijd, begrijptijd, dwaaltijd, kindertijd, knuffeltijd, opgroeitijd, zijn misbruiktijd, mijn pijntijd, mijn zwijgtijd, onze twijfeltijd, haar onbegriptijd, verloren tijd… mijn tijd, jouw tijd, mijn alleentijd, jouw eenzaamtijd, kille tijd, vervliegende tijd, verliestijd, vredestijd, oorlogstijd, vergooide tijd… tijd gaat, tijd gaat verder, tijd gaat verder weg… liefdestijd, vruchtbare tijd, gewonnen tijd, loslaattijd, scheidingstijd, afscheidstijd, nieuwe tijd, verliefdzijn-tijd, banale tijd, slaaptijd, waaktijd, droomtijd, gekregen tijd… de tijd gaat, de tijd gaat verder, de tijd gaat verder weg… onze tijd, leeftijd, looptijd, uitgelopen tijd, versnelde tijd, vertraagde tijd, vervaagde tijd, vervlogen tijd, levenstijd, doodt de tijd, de tijd vordert… de tijd vordert jullie tijd, onze tijd… tijd gaat verder, onze tijd gaat verder weg, mijn tijd gaat verder weg, mijn tijd verdwijnt, mijn tijd… stopt.

 


Ręve trompe

 

Nat, na regendruppel

druppelregennat, druppel

na druppel, regennat.

Het grijze droeve waterkoud

verbergt de warme hemel.

 

Waar is het rustend blauw,

het open hemel helderblauw,

mijn hemelblauwe luchtenlucht?

Heimwee, naar de zengende

zomerzon, mijn cantate, weldoener

voor mijn herfsthumeur. Naar

 

jouw groen geopend bed, jouw

teken in het buigende zonnekoren.

In bloemenmeren, kabbelwater,

klaproosrood, vogelvluchten,

libellevleugels, zoemende zomer.

 

In deze kus, in deze streling,

wil ik stil blijven schuilen en

mijn ogen in rust blijven sluiten,

als in een verre dwaze droom.

 


 

Taal

 

Taal noch teken,

mompelend gedaas,

onderdrukt gekeutel,

gehoord tussen kabbelende,

veelal kakelende.

 

Nauwelijks woorden, af en toe.

 

Taal kan het zijn,

getekend voor mij,

niet bedoeld, gevangen.

Mijn horen, hieraan voorbij

tot in het centrum, open,

waar het zélf

wachtend rust.

 


 

 

Weidespel

 

Zij doet mij nu denken aan het gras

dat even zijn vorm verloor,

zoals zij die toen nog had met mij.

 

Onsamenhangende gedachten,

aan de daad verloren plek.

 

Alleen mestgeur staat mij nog bij

en koeien, die vol onbegrip staarden

naar ons jonge dartelige weidespel.

 

Veel onderscheidt ons niet meer van hen,

behalve dan het leven nog misschien.

 


 

 

Winterbeelden

 

Transparante damp

glijdt van de wolken

als zachte deken

omgekeerd omhoog

op verstrakte aarde,

een ark driftend op haar,

in winterkoers bevroren.

 

Aan vlammende oevers

van witte flarden

schuimt branding

langs kille luchtzee.

 

Hier licht rose lila rood

over weer ontwaakte morgen,

beducht maar zeker.

 

Alles wendt zich opnieuw…