CUBRA

INHOUD FARINAZ ARYANFAR

HOME

POËZIE

AUTEURS

TEKSTEN

BRABANTS

AUDIO

Illustratie: Elliott Banfield

De pagina's van de Campusdichter zijn totstandgekomen in samenwerking met de Faculteit Communicatie en Cultuur van de Universiteit van Tilburg / Tilburg University

 


 

Ons huis

(vertaling van mijn Farsi gedicht “Khaaneye Maa”)

 

Je hebt gelijk

Jouw huis had -behalve mij-

Nooit de geur van een andere bloem gesnoven

Nooit de prostituees van twee straten verderop uitgenodigd

Nooit vreemd gegaan

Nooit iets beters

Bezocht

 

Het lag allemaal aan mij

Ik,

die niet alleen bloemen bij de oude tuin geplukt heb

Maar ook een vluchtige blik

op het tuinpark van onze nieuwe buren geworpen heb

 

Maar schat,

Dit alles omdat

Onze eigen huis geen tuin had.

 

 

 

 

Mijn stad

(vertaling van mijn Farsi gedicht “Shahre Man”)

 

Mijn stad…

Oh…

Is de stad van theatrale rollen

Niets is

Zoals het moet zijn, niets.

Ik speel als de dichteres

En draag gedichten voor.

Hij speelt als de gedichtenliefhebber

En leest een gedicht door

Een andere

Speelt de rol van begrijpen

En een andere

De rol van niet begrijpen!

 

“ik” kom!

Speel de rol van mij vandaag

En niet alleen één dag

“ik” kom, en laat ons tot de laatste dag

Geen rollen meer spelen.

 

 

 

 

 

Maar ik snak naar…

 

Zoals je daar zit

Twee banken verderop

Kan ik me het leven als je haren voorstellen

                En ooooh wat is het fijn om aan je nek te zitten

                               Je huid te voelen

                                               te betasten

En als je je omdraait

en glimlacht

alsof je mijn imaginaire kus gevoeld hebt

kan ik de perfectie van mijn leven proeven

                                               daar!

                                               Aan de rand van je lippen

en als je weggaat

met je rugtas op je rug

neem je mijn ogen, mijn blik

aan je groene tas hangend, smekend

                                                               weg

oh die verdomd groene tas

die overal blijkt te kunnen zijn

bij jou

of bij ieder ander

in de trein, op de weg, vanuit het raam van mijn kamer

vind ik mijn blik

                geplakt

                               aan de groene tassen

                               totdat de eigenaren

                               zich omdraaien

                               en mijn gezicht zich terugtrekt

                               want ze bezitten niet

                               de krullen         

                               aan het eind

                               van ieder haarpluk,

                               of die donkere diepte

                               van je ogen

                               en de mond

                               die zich uitrekt

                               om mijn naam te roepen

                                               “Farinaz”

                                               Ooooh wat danst mijn naam mooi

                                               op de noten van de muziek

                                               van je stem

                                               en in mijn zoetige dromerigheid

                                               volg ik je woorden van bittere smaak:

                                                              “we kunnen niets meer dan vrienden zijn”

 

 

 

 

 

Farinaz Aryanfar, campusdichter 2008