Guido
Rampaart
poëzie
Kaaps viooltje op de vensterbank
pers op
de ronde eiken tafel
rechts
daarvan
mijn
moeder
met
verkrampte vingers en blind vertrouwen
stuurt
ze stalen pennen
naar
wollen werelden van panlap en kindersok
ziet
niet wat ik zie
weet
niet van mijn wereld
Links in
de hoek
bril op
de punt van zijn scherp getekende neus
krant in
de hand
mijn
vader
verbaasd
beduusd haast
glimlach
op zijn gezicht gepenseeld
ziet in
een flits de camera
weet
zich in een honderdste seconde gevangen
niets is
eeuwig
of toch
|