Guido
Rampaart
poëzie
Nocturnes
Muziek
verwaaiend
in de
warmte van de kamer
Barenboim speelt Chopin.
strooit
kwetsbare klanken
over
onze hoofden.
Wij zijn
alleen
hij
kijkt mij met wijze ogen aan.
irissen
als keizerlijk blauw
ziet wat
niemand ziet
denkt
wat alleen hij denkt
Weet hij
het?
Vingers
wijzen naar mij
zijn
vaders vader
kleine
lange slanke vadervingers
priemen
in de lucht
doorboren de ijle ruimte.
doen
vingeroefeningen voor later.
Speel
straks jouw nocturnes
mijn
kleine vriend.
|