Henny
van
Herck
gedichten
De kerstappel
Het is Kerstavond, koud, guur en alles
behalve stil. De wind raast door de straten alsof het iedere
sneeuwvlok achterna zit. Binnen knapperen de houtblokken in het
openhaardvuur. Springen vonkjes soms als sterretjes in het rond. De
warme gloed ervan bereikt de versierde kerstboom met daaronder de
cadeautjes. Een feestelijk gedekte tafel staat uitnodigend te
wachten. Het wit damasten tafelkleed met rode linten, sfeervolle
kandelaars, het kerstgroen… maar verder komen haar gedachten niet.
Het blijft wederom stil deze Kerst denkt
ze met een zwijgend hart. Het roert en beroert haar diepste wezen.
Geen bezoek, geen diner, geen cadeautjes. Een uitgelezen moment om
intens diep bij de stilte te komen denkt Fien. Ze stapt op een
kameel en gaat op avontuur naar wat de Kerstgedachte heet.
Het is donker en er hangt een kille
mist, ze huivert ervan. Zou de Kerstgedachte verloren zijn gegaan
tussen alle drukte? Je kunt het immers niet inkopen, maar vergeten
toch zeker ook niet! De inhoud lijkt als een mysterie aan steeds
meer mensen voorbij te gaan. Hoog gezeten op de kameel kijkt Fien in
het rond. Nee, hier was het echt niet. Alle luxe gedekte
feesttafels, cadeautjes, sfeerverlichting en kerstbomen ten spijt.
Ze gaat verder de stilte in op zoek naar meer afgelegen plekken. Het
wordt steeds donkerder, kouder en stiller. Af en toe staat ze stil
en huivert tot diep in haar hart. Roept dan met een angstig bevend
stemmetje: Kerstmis waar ben je?
Het blijft stil… De kameel geeft
gelukkig warmte en kijkt haar troostend aan. Zijn vochtige
ademwolkjes zijn als een warme deken. Ze klemt haar armen om hem
heen voor enig houvast. Het landschap vertoont nu enkel nog een open
vlakte vol laaghangende mistbanken. Een uil vliegt op en voor haar
uit. Bladeren beginnen te ritselen. Een zachte windvlaag strijkt
langs haar benen en beroert de kameel om verder te gaan. Maar met
iedere stap die hij verder gaat wil ze liever terug naar huis. Dan
maar geen Kerstavontuur. Ze is bang in het donker en bang voor wat
ze zou kunnen vinden hier buiten in dit afgelegen duistere gebied.
Overal wordt Kerstmis geschreeuwd behalve hier, dus is het hier vast
niet.
Haar hart klopt in haar keel. Wat is er
mis met mij denkt Fien, wat doe ik hier? Waarom zit ik niet gewoon
thuis op de bank te mediteren voor de wereldvrede. Jezus het
Kerstlicht was geboren in een stal en lag in een kribbe. Hoe zou Hij
dat tegenwoordig doen? Ze lacht om haar eigen gedachten en krijgt
weer moed en zelfvertrouwen. Natuurlijk is het een metafoor van een
ingewikkeld mysterie. Ze besluit om nog verder de diepte en de
stilte van het landschap en zichzelf binnen te gaan.
Haar innerlijke rust wordt nu intenser.
Ze begint te genieten van alles om haar heen en raakt weer vertrouwd
met de natuur zoals vroeger. Bij een grote dennenboom staat ze stil
en wordt overrompeld door een prachtig uitzicht dat haar een intens
gevoel van rust en vrede geeft. Haar geest spoort haar niet meer aan
om verder te gaan. Ze stapt af en schuilt zich onder de dennenboom
tegen de kameel aan. Met zijn adem tegen haar hals nestelt ze zich
tussen zijn voorpoten. De nacht is nu volkomen helder en de lichte
vrieskou deert haar niet. Zelfs de sterren zijn nu zichtbaar aan de
hemel. Alles is in harmonie.
Ze voelt zich geborgen in wat het leven
haar biedt. Alles wat ze daarvoor nodig heeft is hier aanwezig. Ze
voelt het geluk stralen in haar hart en zwijgt. Het is een heilige
intens stille nacht en ze beseft: Kerstmis is overal, maar vooral in
je hart. Er valt een dennenappel naast haar neer. Ze raapt hem op en
snuift de heerlijke verse dennengeur op. Plotseling denkt ze aan Eva
in het paradijs. Maar nee denkt ze, dat is een heel ander verhaal.
Geef mij deze kerstappel maar. Ze nestelt zich nog verder in en valt
in slaap. Er is vrede op aard.
Henny van Herck
12-12-2017
|