INHOUD HERBERT MOUWEN
HOME
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

PRINT PAGINA

Herbert Mouwen


Wandeling na de begrafenis


De dagen gaan tellen, een straffe wind
strooit bij vlagen bladeren in het rond,

flakkerend zonlicht wringt zich door

het lindelommer, danst lichtvoetig op

de stoep, een vogel van het middaguur

barst in klinkende gezangen uit, kijkt

hemels en hoger, de late postbode zingt

een liedje met een loepzuivere tekst -

Mijn ogen prangen: de tuinkabouter

bladdert af, de voortuin van mijn jeugd

lijkt een naamloze laan zonder verlangen

 

In het herenhuis waar mijn moeder

woonde is het aardedonker - Is de erker

het facetoog van de voorgevel of een

vergrootglas waardoor een oude vrouw

naar buiten kon loeren - Ik zie mezelf

in de ramen, de bomen zijn zo hoog dat

ik ze niet meer zie wanneer ik door die

lindelaan loop, mijn kalende hoofd was

het brandpunt van haar herinneringen