> home
  
    > speciaal
  
    > auteurs
  
    > teksten
  
    > Brabants
  
    > audio

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Inhoud

 

 

Maarten Kophoud

gedichten en verhalen


 

 

Poëzie

 

Poëzie is voor mij:

 

alles

wat zich in het leven voordoet,

                             

tastbaar of verbeeld,

                             

en door mij

uitgedrukt kan worden

                             

in beelden, woorden, gedichten,

 

om  (daarmee) het leven

dat mij geraakt heeft

weer te geven.

 

(Ik zie jou.)

 

 

 

 

 

              

Post Mortem (uit een cyclus van zes gedichten)

 

iv  genoegen

 

hij zal niet zeggen

dat het onplezierig ligt:

het is er rustig

in het praalgraf dat hem omgeeft.

 

er is helaas geen licht,

wel tijd te over,

om te zien waar voor

hij heeft geleefd.

 

 

xi  poort

 

het was niet het sterven of de dood

dat hij vreesde,

of het afscheid, dat was ook al koud.

 

geen warme hand en nabijheid

was er. enkel aan de andere kant,

achter glas een verpleegster

zonder echt gezicht. dat was het dan.

 

maar in godsnaam waarom

had Petrus bij de grote poort

een masker voor zijn mond?

 

 

 

 

 

Schemerdans

 

… toen, met mijn ogen, werd ik jou

gewaar. je ranke lijf gehuld in een blauwgroene cocon

glinsterde in de laatste stralen

van de duizelende zon.

zinnenprikkelend danste je

lichtvoetig voor mij

alleen. de avond, zwoel en zwemend

van een vreemd genot. – is het mogelijk dat

jij alleen voor mij uitbundig zo bewoog?

op en neer, nog sneller, nog feller,

nog een keer, links een ruk en dan naar rechts.

hoe was het

ook alweer? –

 

ademloos keek ik toe, je dansen werd

mij niet moe. mijn voeten verzetten zich

voorzichtig voorwaarts voor een tango

in de nacht

maar mijn voetstappengerucht joeg

jou op de vlucht

op vier vleugels gedragen.

 

 

 

 

 

Gevangen

      met dank aan David Crosby

 

ik zag een kind, spelend

op het strand met een stokje

en zeepsop in de hand,

in de zon en de wind

 

de bellen schitterden

met regenboogkleuren

en de reflectie van

dat blij lachende kind

 

een zeepbel kwam heel dicht

bij zijn opgewonden gezicht

en spatte plotseling

in lege spetters uiteen

 

ik schrok, had nog net in de spiegeling

mijn oude gezicht weer gezien

en kon dat kind alleen nog

maar vangen in een gedicht