INHOUD
MARTIJN BENDERS
HOME
INHOUD POËZIE
KUNST
FOTOGRAFIE
TEKSTEN
AUTEURS
INTERVIEWS
BRABANTS
SPECIAAL

PRINT PAGINA

Martijn Benders


Het grote snurken is begonnen

 

Hij gaat zitten op een barkruk en natuurlijk, de meisjes rinkelen.
Het grote snurken is weer begonnen.

Er vlijt zich een meid naast hem die iets zachts in haar ogen heeft,

het doet denken aan wat je uit mossels pulkt bij verveelde honger.

 

Hij zet zijn glas neer. Zij kijkt hem aan.
Hij schuifelt wat en zij begint zachtjes te snurken.

Gesnurk op de achtergrond, voetstappen, muziek.

 

Zacht gerinkel van glazen en schoenen.
Wie is niet het gezicht van zijn jeugdliefde kwijt?

Wat denken ze eigenlijk, denken ze of snurken

ze stiekum in de kop en wie noemt dat snurken?

 

Zijn wij dat niet, wij samen, weet je nog

die avond dat het grote snurken is begonnen.
Het begon met gerinkel, zoveel weet ik zeker.
Wie zoiets hoort zal het niet licht vergeten.

 

Ik nam je bij de hand die avond, zoals hij nu doet.
We liepen naar buiten door de natte haven.

Grote schepen snurkten zachtjes in het water,

Wie zoiets hoort zal het niet licht vergeten.

 

Als de maan ondergaat in een luciferdoosje

kom ik terug en zal ik mijn meisje laten rinkelen.
Tot dan, tot ziens. Nee, jullie geloven me niet.

Het is alles eender, voetstappen of muziek.



M.H. Benders - 12-01-2006