CuBra

HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
 
 

Onno Peerlings
Gedichten


 

 

Mijn stad

 

ik wil je elke dag verlaten

met je hoogmoedbouw en grootheidsarchitectuur

niet echt en alleen misschien mooi

 

jij hebt mij opgevoed

in je lokalen, gangetjes en pleinen

ik heb gebloed en geneukt

in de kroegen en de steegjes vol van kots

 

ga je gang

smeer een nieuwe laag technologie over je afgeragde lichaam

je verbergen kun je niet

want je zit in me

als staalkabels in beton

de roest weggejaagd

met angst voor rot

 

je kunt me niet ontvluchten

net zomin als ik

we schijnen door  onze gemanipuleerde hologrammen heen

en zien daarachter

het echte licht
 

 

 

 

Uitgehongerd

 

ik zit in steen

jaag door stalen kieren

vliegen weg

krab schimmel van een korst

lik druppels proef zuur

 

ik klauw mijn buik

duw met rauwe vingers

krampen weg

ruik weer het verse brood

steeds eenmaal per dag

 

in gedachte proef ik tussen tong en hemel

het zacht en het zout van bereikbaar genot

beleef het gevoel met gesloten ogen

weet en wik dat ik niet grijp maar stop

laat me overladen met sensatiescala

in een smaakorgasme van overvloed

zal het hier zoals altijd bij laten

bij deze klierenpijn en speekselvloed

 

ik grijp dit vast

neem tijd in dagen als

momenten

houdt het maar bij deze

lucide dromen

 

ik blijf toch hier

uit angst dat deze wens

smaak verliest

tel kervend uren af

en honger verder

 

 


 

Slaapwakker

 

datadraden op mijn hoofd gelijmd

vormen samen de streng

tussen mijn schouderbladen

de kluwen kan doorgeknipt

na een dosis aceton

 

(ik zal nooit een rasta zijn

al zou zo’n muts me wel staan)

 

ken van de plakkers op mijn schenen

de functie niet meer

maar het lampje aan mijn vingertop

ja, dat lampje is vernuft

dat schijnt lucht te kunnen zien

 

(ik lijk nu net E.T

en mis een regisseur )

 

het kastje aan mijn zij weegt

met een microfoon zou ik

zijn aanwezigheid wel begrijpen

nu neemt het mijn biologie op

en niet mijn woorden

 

(weet niet wat ik ben

slechts taal of alleen cellen)

 

zou best kunnen slapen

ik ken de nacht wel

maar ben toch bang

dat ze morgen mijn waanzin

in de opname zullen lezen