INHOUD PIETER DE LAAT
CUBRA HOME

 

Colofon

 

Deze zeven gedichten over Titus Brandsma  verschijnen ter gelegenheid van zijn heiligverklaring op 15 mei 2022.

 

©

Copyright 2022 Pieter de Laat en Stichting Cultureel Brabant.
 

 

Pieter de Laat

Titus

 

het wonder
een verhaal van zijn leven in 7 gedichten
 


Titus scoort

 

Ze noemen hem met meer

gemak Titus dan Brandsma,

 

het brilletje op een geleerd en edel

gezicht geeft hem een Gandhi- look,

 

hij had van Messi en Johan Cruijff

hoe je een tackle lichtvoetig ontwijkt

 

en scoort in schoonheid waar

een ander die wil ondermijnen ~

 

 

Titus

 

Kwam van de boerderij

en zijn lijf kon zwaar werk

niet aan, was klein, was smal,

in zichzelf gekeerd, studieus,

verstrooid, vaak in gebed

en altijd in beweging om

goede dingen de wereld in

te doen, een grote kracht

verlichtte zijn kop, uit elk

troebel water doemde

een heldere bodem op ~

 

  

Over God

 

In alles, in alles, in alles,

op hoge of lage hakken,

in zee of aan takken

 

leeft God niet groter,

niet kleiner, niet hoger

dan in jou of in mij

 

en kijk je verder dan wat

krom is, recht is, goed is

of slecht, dan is het er echt ~ 

 

 

 

Groots

 

Voor groot doen voelde Titus niets,

gewone dingen zag hij als groots,

de dood hield hem niet bezig,

een leven wel dat behoeftig en wars

van waardigheid een ander vernedert,

hij bracht zijn liefdeblijk kort daarna

bij zijn folteraars in praktijk,

wij kijken er nog van op.

 

Nu leer ik jou kennen, kwikzilverige

manus-van-alles die vaak ziek zou zijn,

ik blijk jouw bril te liken om een doorkijk

naar de goddelijke natuur in iedereen om

ons heen. Dachau bewees dat dit overal

en altijd kan. Fragiele vent, grootse man ~

 

 

Gouden regel

 

Wanneer de gouden regel van Titus 

over ´God in alles en iedereen´

opgaat voor agressief, hufterig

egocentrisch en ander anderen

vernederend mensengebroed,

 

Mag, mag ik dan vragen

of de liefdeblijk van God

die Titus beschreef

ook voor mij geldt?

 

 

De cel van 42

 

De godvergeten vier muren,

de peilloze uren bij zijn Lieve Heer,

opsluiting onderging hij als geestelijk feest,

gelukkig en veilig als daar was hij nooit geweest.

 

Wat heeft hem toen verzoend met zijn lot?

Wat voor een stilte heeft wat blootgelegd?

Wat bracht een verre god zo dichtbij?

Wat is gebeurd, wat liet hij binnen?

Wat verloste hem van een angst?

Wat voor liefde is toegezegd?

Wat ging daar van het slot?

Wat kwam aan het licht?

Wat is daar begonnen?

Wat maakte hem vrij?

 

 

 

Het wonder

 

Heilig de heldere lucht, het fris sprietje gras

in de drab, het vertrapt brillenglas dat na

een mishandeling zonlicht ving, loodzwaar  

werk dat een uitgeleefd karkas verrichtte,

het wonder van liefde dat het er was.

 

Heilig de vlo, de luis, de etter, de stof die

in rafels om hen hing, het verdragen van

de verachting, het eindeloos staan en lopen

in regens van slagen, het oud brokje brood

dat de hongerpijn niet verzachtte,

het wonder van liefde dat het er was.

 

Heilig het ontvankelijk oog dat niet

naar denkbeelden taalt, de notie zonder

scepsis, het wonderlijk zachte licht van

de liefde voor alles en iedereen dat de

kwaadaardige gezwellen die in mensen

uitgezaaid zijn, krachtig bestraalt.

 

Heilig het geloof in het goede

dat niet is te verontrusten door

allerlaagste lusten die alledaags zijn,

het mededogen voor de meedogenloze

schaduwkant van zomaar iemand, de

vonk die het wonder van liefde ontbrandt ~