René
Spruijt
gedichten
Oude Buisse Heide
Ik wacht op de stilte
op het doven
op het blad dat zonder
bewegen
aan zijn tak hangt
en vraag mij af.
Op mijn boskat fluwelen
voeten
in de beukenlaan
lopend op zachte humus
luister ik.
De wind zwijgt, zelfs
de trekker met
hooischudder
glijdt geluidloos
door mijn verte
en zwiept stil het droge
gras.
In de beukenlanen
ontvang ik moszacht
dit machtig bouwwerk
van levende stilte
van zonlicht in de
kruinen
en titsen licht op de
grond
als broodkruimels voor
wie
niet verdwalen wil.
Hulpeloos en angstig
zwijgt de stadsfoon
in mijn borstzak
zo zonder bereik
noch roept iemand
mijn naam,
galmt uh éé
onder dit bladerdak,
onder dit oude
bosgewelf.
Er is stilte en ik
luister.
|