René
Spruijt
gedichten
Een leven rond
Je was de wereld nog,
ademde nacht en dag
en
om de nieuwe vogel
aan de overzijde
die jij koesterend riep,
huilden allen.
Jij zocht een leven lang
wat je hier deed
en niets dat herrees
dan bloemen die vroegen.
Vogels zochten dagenlang
wormen in stuifzand.
Jij vond leegte in jou
en ik die je sprak,
tijdelijk jouw zijn
vulde
stelde daden die
droegen:
stopte tussen afgevallen
blad
torren aan de waterkant.
Nu ouder en wijzer ook
onvindbaar toch, was
je adem een stukje tijd.
Vervolg je jouw weg en
zie je aan de kim
de vogels van toen,
moeder,
verloren op je wachten?
|