GEDICHTEN SONJA PRINS

HOME
AUTEURS
POEZIE

Sonja Prins

CuBra

 

 

Levend verbrand

 

Levend verbrand, met petroleum overgoten-

Levend begraven, nadat zijn ogen waren uitgestoken-

En de rivier brengt maanden naderhand

nog honderden lijken naar de kant

 

Zij klagen aan, zij klagen allen aan,

die dit verschrikkelijke lijden lieten gaan.

 

Éėn graf was voor de kinderen alleen,

zo gruwelijk verminkt, dat geen

kon zien welk kind het was,

van al die moeders in het andere graf.

 

Dood en verderf zijn over dit land gegaan.

Dood en verderf bracht de Amerikaan.

 

Kinderen verbrijzeld met ijzeren stangen,

vrouwen gegeseld en opgehangen;

gloeiende staven in hun lichaam gedreven,

rokend vlees terwijl zij nog leven;

 

een tang om de voeten en handen te breken-

Een volk dat zijn lijden, zijn lijden zal wreken!

 

Ik heb het zelf gezien, met droge ogen,

bitter en stom van mededogen-

elk huis een puinhoop – Maar op de velden

wordt ‘snachts gewerkt door dit volk van helden.

Korea, ontembaar! Tot in lengte van dagen

voor ieder een voorbeeld om nooit te versagen.

 

 

 

(1948)