GEDICHTEN SONJA PRINS

HOME
AUTEURS
POEZIE

Sonja Prins

CuBra

 

 

 

 

 

O mensheid die de vrede draagt

 

Alsof een reuzenvogel uit de hemel daalt

boven ons hoofd, en met zijn wiek

het daglicht duister maakt,

kwam het bericht: Stalin is ziek.

 

’n bange nacht, de slaap verdwijnt,

aan tafel heeft het brood geen smaak.

Hij ligt terneer en voert zijn strijd,

die het lot van alle mensen raakt.

 

op ’t werk, op straat en in de tram,

uit alle ogen kijkt het ons aan.

Daar is de knagende zorg om hem,

wat wij ook doen en waar wij gaan.

 

Elk uur heeft hij zijn volk gewijd,

zolang ik leef en lang voordien,

de leider van de vredesstrijd

de gids, de vader en vriend.

 

De dag dat hij werd neergeveld

(wij wisten het nog niet)

werd uit zijn laatste werk verteld,

dat nieuwe rijkdom biedt.

 

Het is alsof hij ’t zelf zegt

aan ons, zijn helder woord.

Een mens volbrengt zijn levensweg,

een bloeiend werk gaat voort.

 

O mensheid, die de vrede draagt,

hij was uw stem, die niet verklinkt,

hij was uw hart, dat niet verstilt.

Hij wees de weg, die verdergaat.

 

 

(Naschrift Han van Meegeren: Dit gedicht stamt uit de tijd dat Sonja Prins nog onwrikbaar de gangen van de Russische regering steunde. In dezelfde tijd maakt zij gedichten die de Noord-Koreaanse staat verheerlijkten zoals het gedicht ‘Lied van een Noord-Koreaanse soldaat.)

 

 

 

(1951)