INHOUD SCHELLEKENS
HOME
SPECIAAL
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS

 

Jan Schellekens

Herinneringen uit de Hoogvensestraat

Puinhoop en 'Empfangbewijs'

'Alles verdunkelen'…..'Vorhang runten'. Wie kende ze niet, deze kreten. We hadden van die op de zonweringen van nu lijkende rollen, maar dan met zwart papier, voor alle ramen. En zo gauw de zon onder was kwamen de soldaten uit de Mariaschool om de mensen er op te wijzen dat de huizen verduisterd moesten zijn. Bang uiteraard dat de geallieerde bommenwerpers op weg naar Duitsland een ladinkje bommen op hun school zouden laten vallen.

Maar o ironie, op een gegeven nacht liet een van hun eigen toestellen, die thuis waren op Gilze-Rijen, door een of ander mankement zijn vrachtje los boven de hoek Hoogvensestraat – Koningshoeve. Koningshoeve heette toen nog St.-Josephstraat. Een van de op Gilze-Rijen gestationeerde Stuka-duikbommenwerpers kreeg mankementen en wilde zijn bommen kwijt. Naar hun zeggen heeft hij nog gepoogd om zijn vrachtje in de Piushaven te dumpen, maar helaas.

Enkele huizen in puin. Drie slachtoffers waren hierbij te betreuren. Duizenden verontschuldigingen, dat wel, maar de bewoners waren daar natuurlijk niet mee geholpen.

Voor ons, jeugd, was het weer eens een welkome afwisseling want er moest puin geruimd worden.

Nu weet ik niet meer waar dat naar toe werd gebracht maar op de kruising Lancierstraat – Piushaven lag toen een enorme berg, aangevoerd door allerlei schepen.

Waarvandaan weet ik niet, maar dat was niet belangrijk voor ons, want het was natuurlijk een gigantisch mooie speelplaats. Wij mochten daar niet op spelen, van thuis niet maar ook van het gezag niet. En gezag dat was er.

De 'pliesie' had de wind er best onder, maar ja, wij zaten er toch geregeld bovenop want als het erop aankwam waren we snel genoeg weg als de wouten kwamen.

Tot het op een keer mis ging met mij. Ik lazerde van boven naar beneden, maar gelukkig liep dat redelijk goed af. Alleen dat verdomde fondsbrilleke was weer eens naar de klote. Ik was veel banger voor thuis dan voor het grote gat in mijn kop. En aangezien het stof, vermengd met bloed, de zaak een nogal ernstig aanzien gaf, deden mijn vrienden een poging om mij af te wassen met snotzakdoeken en min of meer geolied kanaalwater. 'Want aanders zieget jullie moeder'. Kunt U zich voorstellen hoe ik eruit zag?

Wij met veel bombarie naar huis maar op het 'moment suprême' durfde niemand mee naar binnen.

Gelukkig was de buurvrouw de eerste die mij zo zag en die zou dat wel even regelen en mij naar binnen brengen.

En dat deed ze met de gevleugelde woorden, 'Toos, hier is jullie Jan. Mèèrege zeker bloedworst'.

Mijn moeder schrok zich in eerste instantie te pletter, dat begrijpt U. En omdat zij het was die bij ons altijd de patsen uitdeelde, snapt U dat ik er toen goed van heb ingenomen.

Van die berg puin werden hier en daar nogal eens wat plaatsjes betegeld. De hermandad liet dat oogluikend toe maar de Duitsers waren daar natuurlijk fel op. Ik weet niet of zij ook dit materiaal mee naar het vaderland namen. Want ze konden van alles gebruiken.

Zo ook radio's. Thuis hadden wij er ook een, een 'Nord Mende'. Toen, en ook nu nog in mindere mate, een bekend merk, zie ik bij mijn zoon die deze oude dingen verzamelt. Ik kan me natuurlijk het merk niet meer persoonlijk herinneren maar het 'EMPFANGBEWEIS' wat ik nog steeds bewaar is daar duidelijk in. Mijn vader durfde het risico niet aan om dat toestel te verbergen.

Men wist trouwens precies wie wat in huis had.

Dat ik me dit herinner komt doordat ik in de doos van deze radio een tamme kraai hield die niet kon vliegen (vleugels geknipt?). Wij noemden dat een 'kaaw'.

Pas later, in 1949 konden wij weer een radio aanschaffen.