Foto ingezonden door
mevr. H. van der Heijden - Haar broer en schoonzus zingen het lied
'Jaloersch' tijdens haar verlovingsfeest in 1955
|
Gehaktballen
mèt...
Ed
Schilders
Jack van Hooft, Tom
Tacken, en Fiel Dijkstra wezen me erop dat het feestlied ‘Wie
zijn hoed is dat?’ (over de dronken man die thuiskomt en door
zijn overspelige vrouw voor de gek wordt gehouden) van oorsprong
niet Nederlands is maar Engels. Alle drie kennen ze het namelijk
als ‘Seven Drunken Nights’ van de Ierse band The Dubliners. De
inhoud is ongeveer gelijk aan de varianten die we de afgelopen
weken hier besproken hebben. Jack van Hooft schrijft dat het ook
bij The Dubliners om een zogenaamde ‘traditional’ gaat, een
volkslied, zeg maar. En over internationaal gesproken: Willem Iven
schrijft dat hij het lied heel vaak gezongen heeft, tot op een
schip in de Barentszzee toe. Cor Swanenberg vertelde me dat de
Brabantse versie is uitgevoerd door de Deurnese zanger Peter
Aarts. Het staat niet op zijn CD ‘Wie wa bewaort’, maar was
bij optredens zeer populair.
Max van Alphen stuurde
veel informatie over populaire vormen als de Litanie, de
Schnitzelbank, en de Kruisweg. Van zo’n Kruisweg werd soms heel
veel werk gemaakt, compleet met getekende of geschilderde staties.
Bij elke statie worden een of meer teksten over het (gouden)
bruidspaar gezongen door een voorzanger die mogelijk verkleed gaat
als priester, compleet met wijwaterkwast. De aanwezigen zingen een
kort refrein, en Wil van Rosmalen schrijft dat dat een speciale
vorm kan hebben, namelijk plaatsnamen. Bijvoorbeeld: Schaijk,
Grave en Lithoyen/ Oss en Heesch en Nistelrooien/ Veghel, Uden,
Vorstenbosch. Daarmee verduidelijkte hij ook de tekst die ik in
een van de schriften van Mart de Kort aantrof, en die ‘De
kruisweg van Judas’ heet. Ook daarin bestaat het refrein uit
plaatsnamen, gezongen na elke statie. Deze kruisweg bespot Judas,
de verrader van Jezus. Judas wordt gearresteerd nadat hij een
fiets heeft gestolen, en hij probeert te vluchten op een koe. De
zesde statie luidt: ‘Judas valt voor den eerste maal onder de
koei. Judas heeft dorst gekregen en melkt de koei.’ En de
twaalfde: ‘Judas mag zich nog tegoed doen aan gehaktballen met
prikkeldraad.’
|