INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur ons uw verhaal: leed@brabantsdagblad.nl

Bakel

Ed Schilders

 

Het feestelijkste volk van Brabant komt uit Bakel. Over de geschiedenis van de plaats zijn al honderden jaren liedjes in omloop en die worden nog steeds gekend. Het bekendste is de ‘Schildersrekening van Bakel’, waarvan Joke van Zummeren de tekst toestuurde. Het gaat over een schilder die zijn werkzaamheden in de Bakelse kerk beschrijft. Bijvoorbeeld: Met een fijne kwast gestreken over Magdalena’s wangen/ En de goede moordenaar weer aan het kruis gehangen. Of: Reus Goliath kijkt weer wat verwilderd/ Want ik heb z’n gezicht vol puisten geschilderd. Meestal wordt dit gebracht als een voordracht of een brief, maar het is van oorsprong een lied. De melodie ervan (en van andere Bakel-liedjes) is te vinden in het boek ‘Liederen en dansen uit de Kempen’ van Harrie Franken. Klassiek is ook ‘De kerk verdouwd’, dat ingestuurd werd door Wim van Delft. Daarin blijkt de kerk te dicht bij de straat te staan, en heel Bakel zal hem wel eens een stukje verderop douwen. Deze verzen staan ook in ‘Vertesselkes’ (1944) van pater Piet Heerkens, met nog acht andere. Als de boeren van Bakel bijvoorbeeld een beestje vangen dat ze niet kennen, besluiten ze het voor de zekerheid maar levend te begraven. Op de grafsteen van dat beestje staat te lezen: Nomen nescio - Onbekend/ Hier lee begraoven/ levend en wel/ een ondier, blend/ en mollig van vel.

In een liedjesschrift uit de familie van de heer Eijsermans trof ik het lied ‘Pruimenstijn’ aan. Een bruid uit Bakel eet te veel pruimen op de huwelijksdag, met als gevolg: ’s nachts bij den bruidegom op bed/ liet zij het gaan als een trompet. ‘Het Bakels ei’ werd toegezonden door Max van Alphen en anderen. Er wordt een onbekend ei gevonden, en dat moet uitgebroed worden. Alle konten moeten daarom op broedgeschiktheid gekeurd worden. Eerst kwam de vrouw van de dominee/ Die had een kont van goud op snee/ Toen kwam de meid van de kapelaan/ die had een kont met franjes eraan/ De pastoor, die er ook van had geheurd/ Zei tegen de meid: Hebben ze jouw kontje al gekeurd? Zúlke Bakel-liedjes nam pater Heerkens uiteraard níet op in zijn vertelsels, maar op www.cubra.nl heb ik een aparte Bakel-afdeling geopend met 21 bijdragen. U kent nog variaties? Stuur ze op per post of via leed@brabantsdagblad.nl.