INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur ons uw verhaal: leed@brabantsdagblad.nl

Gebakken peren

Ed Schilders

 

Namens lezer Bert Bobeldijk informeerde ik twee weken geleden naar een lied dat zijn opa vaak op feesten zong. Het zou gaan over een zekere Jopie, die haar gunsten schonk aan ‘het hééle bataljon’. Liefst zeven lezers van deze rubriek stuurden de complete tekst in, en Hannie van Hoof stuurde zelfs een geluidsopname: Jopie blijkt een van de klassiekers van de Nederlandse kleinkunst en het levenslied te zijn. Als je eenmaal weet dat de titel ‘De peren’ luidt, is ook op het internet de tekst snel te vinden, met achtergrondinformatie.

Het lied werd in 1915 geschreven door Dirk Witte. Jopie verkoopt peren aan soldaten. Het tweede couplet gaat zo: Ze sleet ze aan het luitenantje/ En aan de korporaal/ De ziekendrager, het sergeantje/ Ze kochten allemaal/ Ze bleef maar altijd mee marcheren/ Al brandde ook de zon/ En Jopie die verkocht maar peren/ Aan het hele bataljon. In het derde couplet verkoopt ze echter ook een heel andere vrucht. Luitenant, korporaal, ziekendrager en sergeant: Ze mochten allen concurreren/ En niemand die het won/ Want ze sleet haar liefde als haar peren/ Aan het hele bataljon. Maar dan vertrekt het bataljon met de trein, en Jopie wuift het uit: Ze stond nog lang te prakkizeren/ Aan ’t einde van ’t perron/ Maar ze zat met de gebakken peren/ Van het hele bataljon.

Op de 1 mei-bijeenkomst van 1915 werd het lied uitgevoerd door de legendarische Pisuisse, en dat leidde tot enige ophef in de kranten. Wim Ibo citeert in zijn boek ‘En nu de moraal’ een ingezonden brief van een kolonel: ‘Dan walgt elk mens die het wel meent met de zedelijke opvoeding van het mensdom’. Maar er was ook steun. ‘Pisuisse,’ schreef een lezer, ‘stoor je niet aan het puriteins afschuwgebaar van een kwaker uit onze rijen.’

De vraag van Tiny van Opdorp over ‘Jezus sprak tot zijn discipelen/ Wie geen fiets heeft gaat maar tippelen’, werd niet precies beantwoord. Het zou immers gaan over de twaalf apostelen die een fietstochtje met Jezus gaan maken, maar die tekst is tot nu toe niet ingestuurd. Wel kreeg ik een leuke variant van Hans Nieuwhart, waarin Jezus tegen Maria Magdalena zegt dat ze achterop moet springen. En dan: Zonder bel en zonder rem/ Reden ze door Jeruzalem. De passie van Christus voor wielrijders! Met als vervolg: Petrus, altijd ietwat bang, zat bij Judas op de stang/ Die zijn naam weer eer aandeed/ Toen hij te hard de berg afreed. Maar het is Thomas die een ongelukje krijgt, omdat hij natuurlijk weer eens niet op God vertrouwt: En nog voor de haan drie keer had gekraaid/ Werd hij met zijn fiets omver gemaaid./ Jezus stopte en keek minzaam op hem neer/ En zei: 'Geloof in mij de volgende keer,/ Want al die twijfelen aan mijn woord/ Zullen nimmer worden verhoord'.

Tot slot een kruising tussen Jopie en Jezus. Wim Ibo vermeldt in zijn boek het grafschrift van Dirk Witte: ‘Mensch durf te leven.’