Schort
Ed Schilders
Miek
van Antwerpen bezorgde ons een prachtige tekst. Hij gaat over ‘Ons
moeder durre schort’ en is zeer herkenbaar, lijkt me, voor
iedereen die kind is geweest in de tijd dat moeders nog echte
katoenen schorten droegen. Ons moeder droeg unne schort, zo lezen
we in het dialect van Brabant, Ne bonte dur de week/ Ne witte vur
de zondag/ die dan wel deftig leek. De tekst is niet zo oud,
schrijft Van Antwerpen, maar verwijst toch wel naar het zogenaamde
rijke roomse leven. Want: Onder ons moeder durre schort/ Mar dè
wier ons nooit gezeet/ Zaat ieder jaor ’n kiendje/ Van die zorg
han wij gin weet. Het complete dichtwerk beslaat negentien
coupletten, en ongeveer de helft daarvan gaat over de functies van
die schort, die allemaal een nostalgisch gevoel oproepen.
Bijvoorbeeld: Ik zie ons moeder durre schort/ Mee brood er
tegenaon/ Daor tikte ze ’n kruiske tegen/ Eer zô ze nie aon’t
snije gaon. Dus: het kruisen van het brood voordat het gesneden
werd, zoals Jezus aan het begin van het Laatste Avondmaal het
brood zegende voordat Hij het brak. De snotneus van het kind wordt
aan deze schort afgeveegd. Die kinderen kropen eronder als ze
verlegen waren. Met een ‘tipje’ ervan werd het smeer uit het
kinderoor verwijderd. Als moeder aardappels schilde of bonen
pelde, dan ving ze de schil op in haar schort. En aan het eind van
de werkweek: In ons moeder durre schort/ Dè waar vruuger zo
gesteld/ Wier op iedere vrijdagaovond/ M’n bruurs hun weekgeld
ingeteld. Het twaalfde couplet roept herinneringen op aan een
eerdere serie die ik in deze rubriek behandelde, zuinigheid: Als
ons moeder durre schort/ Tot op d’n draod toe waar versleten/
Was ie als stof- of schoteldoek/ bij lange nao nog nie versleten.
Het slot gaat zo: Onder ons moeder durre schort/ Daor zaat gin
feministe/ Mar gezag dè had ze wel/ Heur woors was ’t liste en
dè wiste.
De
volledige tekst van deze mooie tekst staat op onze website: www.cubra.nl.
Omdat er veel vragen over feestliedjes worden ingestuurd, heb ik
op die website ook een vragenrubriek geopend. De interessantste
vragen komen ook in deze krant. Wim van de Wouw is op zoek naar de
tekst van een lied waarin zeven gevangenen ontsnappen uit de
gevangenis van Den Bosch. Een deel van het lied gaat zo: In het
Boschje (2x)/ In het ’s-Hertogenboschje/ Daar waar een
gevangenis staat/ Daar zaten de Pieten/ Het waren bandieten. Van
de Wouw herinnert zich alleen de eerste boef: Van je hup, daar
vloog hij eruit/ En Wijnants was er het eerst uit de cel/ En hij
dacht nou volgen de andere wel.’ Van de Wouw: ‘Dan weet ik het
niet meer.’ Wie weet het nog wel? Erica van der Heijden zoekt de
tekst van een liedje over Portugezen: Alle Portugezen lezen/ ’s
morgens in hun ochtendkrant/ dat een hele school sardines/ aan de
westkust is geland. Het refrein van dit lied levert wederom mooie
onzin op: Si-si-si-si/ sisisisardine/ Si-si-si-si, sisis sardo.
Stuur
ons uw vragen, teksten, en herinneringen aan feesten van vroeger
per post of via leed@brabantslandschap.nl.
|