INHOUD FEEST
INHOUD VARKEN
INHOUD SCATOLOGIE
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

Spotliedjes uit de Tweede Wereldoorlog en na de bevrijding
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

De ton

Ed Schilders

Naar aanleiding van voorgaande stukjes over de slag bij de Grebbeberg kregen we nog meer mooie reacties. Hannie van Hoof stuurde zelfs een geluidsopname van het lied zoals dat in 1940 gezongen werd door Willy Derby, met de slotregels Zachtjes ruischt de wind/ Voor veler moederskind/ Sluimer, sluimer zacht. We hebben dit bestand op onze website www.cubra.nl geplaatst zodat u het kunt beluisteren. De heer Nico Verhoof stelde ons vijf kleurrijke gedachtenisprentjes ter beschikking die kort na de bevrijding verschenen om oorlogsslachtoffers te herdenken. Zie de afbeelding hiernaast; de complete serie staat eveneens op de website. De opbrengst van deze prentjes droeg bij aan de bouw van een gedachteniskerk bij de Grebbe.

Maar nu iets heel anders. We kregen al eerder WC-liedjes toegestuurd (Ons land is als dit kabinet, bijvoorbeeld), maar het volgende is heel bijzonder. Het heet De Ton, en werd gezongen op de melodie van O Nicolie, O Nicola. De volledige tekst kregen we van Maria Altenburg: De ton, wie zal dat wonder ooit vergeten/ Van ons cachot (bis)/ Want na de cigaretten en het eten/ Kwam hij aan bod (bis)/ Daar kon je alle bajesburgers vinden/ Bij dag en nacht (bis)/ Daar waaiden vele welgevormde winden/ Met grote kracht (bis)/ Vrienden, vrienden, zet ’m in de zon (bis)/ De ton, de ton, de ton, de t…o…n/ Leve onze ton, beschenen door de vrijheidszon.

Wat dit liedje vooral bijzonder maakt, is dat het door een vriendin van mevrouw Altenburg indertijd is opgetekend uit de mond van een klasgenootje uit Waalre, Erie Zoetmulder genaamd, die het van haar vader hoorde. Het gaat hier zeer waarschijnlijk dus om Stephan Zoetmulder, in Waalre nog steeds een zeer bekend figuur. In de oorlog was hij hoofdredacteur van het Eindhovens Dagblad, totdat die krant verboden werd. Hij werd door de Duitsers gegijzeld, samen met veel andere belangrijke Nederlanders zoals de politici Schermerhorn, Beel, De Quay, en wel in Sint-Michielsgestel (het is niet duidelijk waar precies, in het internaat De Ruwenberg of het seminarie Beekvliet). ‘De ton’ is dus een ode van de gijzelaars, ofwel de ‘bajesburgers’, aan hun zeg maar latrinaire voorziening in het gijzelaarskamp. In Beekvliet werden ongeveer zeshonderd gijzelaars bijeengebracht, en niet zonder gevoel voor humor vraagt mevrouw Altenburg zich af: ‘Zeshonderd gijzelaars in een imposant seminarie op de ton, al plannen smedend voor na de bevrijding?’ Zo blijkt weer dat zelfs de eenvoudigste tekst een treffend brokje geschiedenis kan herbergen. Maria Altenburg vraagt zich met ons af of er lezers zijn die De Ton ook kennen, en wat zij zich over de geschiedenis ervan herinneren. U kunt reageren per post of via leed@brabantsdagblad.nl. In Sint-Michielsgestel werden ook schrijvers gegijzeld, bijvoorbeeld Anton van Duinkerken en Joep Naninck. Maar het is te mooi om waar te zijn als een van hen De Ton geschreven heeft. Of toch?