INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
INTERVIEWS
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

De Voetbalclub De Blauwe Scheen - Ingezonden door Nel Timmermans

De voetbalclub de blauwe scheen werd plotseling kampioen,

op voorstel toen van ome Hein zou men een reisje doen.

Het was een club uit de Jordaan die nooit was uitgeweest,

en om haar woeste naam en faam door iedereen werd gevreest.

Want telkens als er wedstrijd was was het er nimmer pluis,

dan moesten er drie naar ‘t kerkhof heen en vier naar ‘t ziekenhuis.

De leider had ‘n houten poot en heette manke Hein,

die tippelde als ‘n bol gehakt bezeten langs de lijn.

De blauwe scheen die telde bij benadering,

juist elf leden van het ruwste soort.

Ze hielden net hun kampioens vergadering,

daar voerde Hulskamp wel het hoogste woord.

Zij wilden voor een poos uit de Jordaan vandaan,

naar Brussel of naar Antwerpen tournee-en gaan.

We geven daar de Belgen van katoen,

zo riepen ze allemaal schots en schuin ,we trappen de hele zaak aan puin.

De blauwe scheen is voor niks geen Kampioen.

 

De dames hadden meegestemd en riepen Flanny Fair,

we zetten de Belgen in der hemd en gaan naar den Anvèr.

Na veel geklets over de match en de penalty lijn.

zo stapte ‘t zootje zeven dagen later in de trein.

Oom Hein had aan de reis gedacht ‘n vaatje ouwe jaap,

dat maakte als ‘t vervelend werd het hele stel in slaap.

In Amsterdam op de Weesperpoort begon ‘t eerste incident,

was Rooie Mie aan ‘t knokke op de treeplank met der vent.

Ze riepen chef wacht even met je fluitje nog,

we zien daarnet we zijn nog niet compleet.

We missen onze Back en ons linksbuiten nog,

die zijn nog even naar de jajemkeet.

De trein vertrok en liet ze voor ‘t buffetje staan,

das niks zei Mie ik heb wel meer es meegedaan.

Ik val wel in met Naatje Boezeroen,

en als ik de kans krijg trap ik leuk, meteen m’n vent ‘n dubbele breuk.

De blauwe scheen is voor niks geen kampioen.

 

In Roosendaal daar vroeg men aan de eerste de beste douaan,

het eerste slijterijtje man is dat hier ver vandaan.

Jenever hier brulde de man die ‘t vat in de gaten kreeg,

en ome Dries die dronk van schrik het halve okshoofd leeg.

Na veel gescharrel matsten ze in Essen nog een kruik,

en toen riep Naa de boter is gesmolten op m’n buik.

Zo kwamen zij dan eindelijk aan de statie aan,

bezochten alle kroegjes een voor een.

Ze moesten over drie kwartier al spelen gaan,

ze gingen dus meteen naar ‘t stadion heen.

En omdat de Blauwe scheen geen vaandel nog bezat,

hadden ze ‘t baniertje van de visclub mee gejat.

Van heel het stel hield niemand z’n fatsoen,

ze kleedden zich onderweg al uit, Kees trapte z’n vrouw door een spiegelruit.

De Blauwe Scheen is voor niks geen kampioen.

 

Zo kwamen ze met z’n elven als maleiers in het veld ,

de vrouwelijke leden droegen ieder ‘n hoedenspeld.

Het fluitje ging de match begon en tot ‘t publiek z’n jool ,

daar zetten de Belgen binnen de vijf minuten al ‘n goal.

Dat was te veel voor Bleke Naa die gilde tot het stel,

pak eerst de man en dan de bal dan winnen wij het wel.

Free kick of hands bestond niet meer, ‘t werd rugby woestenij.

De Belze keeper trapte men finaal tot balkenbrij.

Geen enkele Belg heeft daarna nog de bal geraakt,

de blauwe scheen die won met dertig een.

Ze hadden de Belgen finaal tot appelmoes gemaakt,

den ijzer was er ‘n kindje bij naar ‘t scheen.

Ze zijn gevlucht en werden midden in de nacht,

over de grens geschoten door de burgerwacht.

En met hun ribben door hun boezeroen,

zo kwamen ze uitgerafeld aan, als zure zult in de Jordaan.

Maar de Blauwe Scheen was toch lekker KAMPIOEN!!!!