INHOUD FEESTLIEDJES
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

Het aardige ventjes

inzending door: M. Bekkers

Daar ging eens een ventje door de straat

En droeg op zijn borst een ruiker

Hij had er een hoedje van chocola

Zijn haar was gesponnen suiker

 

Zijn wangen waren van appelmoes

Zijn lippen morellen, zijn neus een soes

Elke tand een pepermuntje

Zijn oogjes sukade in ijs gevat

O wat een aardig ventje was dat.

O wat een aardig ventje.

 

Wel was het niet de pijnen waard

Dat ventje eens op te gaan zoeken.

Zijn hals was een abrikozentaart

Zijn armen twee deventer-koeken.

Een als gallentjes waren zijn handjes zo fraai

En hij liep op twee benen van taaitaai.

Voor zeker ik wed om een centje

Je moogt omlopen door dorp en stad

Nooit zag je zo'n aardig ventje als dat

Nee nooit zag je zo'n aardig ventje.

 

Hij wandelde voort op zijn dooie gemak

Al met bijzondere gratie

Hij had er een rokje van wafelgebak

Met knopen van speculatie

Zijn schoenen waren van witte drop

En er blonken zwarte knoopjes op

Elk knoopje was een krentje

Ik wou dat ik zijn adres maar geweten had

Want nooit zag je zo'n aardig ventje als dat

Nee, nooit zag je zo’n aardig ventje.