INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

 

Haaienbruiloft

Ed Schilders

 

Vorige week las u in deze rubriek hoe een harinkje en een haai een vissenbruiloft hielden. Ben Hartman reageerde daarop met de liedtekst ‘De haaienbruiloft’, en dat lijkt een oudere versie te zijn op hetzelfde thema. En een bloederige, want het lied eindigt zo: De bruiloft was een reuze strop/ Want de haai at alle gasten op.

Het lied, zo schrijft Hartman, werd in 1984 voor hem gezongen door Jan van der Maesen, uit Schijndel, maar stamt waarschijnlijk uit het Duitse taalgebied van het begin van de zeventiende eeuw. Mogelijk is het gebaseerd op een tekst die geen vissen- maar een vogelbruiloft beschrijft. Daarmee lijkt het me een duidelijk voorbeeld van de wijze waarop feestliedjes steeds weer worden aangepast, zelfs door de eeuwen heen.

Waar gaat het over? Een haai die wil een bruiloft vieren/ En nodigde alle waterdieren. Na twee van zulke regels is er steeds het welbekende refrein: Fiederal-la-la, fiederal-la-la/ Fiederlal-la-la-la-la. Volgen de coupletten waarbij steeds andere vissen een rol spelen:

Hij koos al tot zijn lieve bruid

Een schelvis met een snoezige snuit

 

Ceremoniemeester was een forel

Die bracht hen naar de kapel

 

Hier hield een snoek een lange preek

En bracht de ganse kerk van streek

 

Een dikke paling in gelei

Die wrong zich op de eerste rij.

 

Ook op de haaienbruiloft wordt smakelijk gegeten:

Het diner bestond uit gemberbier

En daarna at men lekker wier.

 

En er is een treffende overeenkomst met het Vissenlied van vorige week:

De biefstuk, o God, wat was die fijn

Van een pas verzopen zeekaptein.

 

Maar voor de rest loopt alles behoorlijk uit de hand, omdat de bruidegom alle feestgangers opvreet:

Alleen de garnaal die bleef gespaard

Die was de moeite toch niet waard.

 

Ben Hartman heeft honderden liedjes vastgelegd - tekst en melodie - en hij is onlangs begonnen die te publiceren op onze website in een eigen afdeling over dierenliedjes. De eerste afleveringen, over het paard, de koe, muizen, en liegebeesten, zijn reeds verschenen, inclusief het bijbehorende notenschrift voor wie het wil zingen. Daarbij is ook een liedje over een koe die naar de veemarkt wordt gebracht. Hoewel het om een koe gaat, heet dat liedje toch ‘Kuus en ik’. Hartman vraagt zich af hoe dat kan. Een ‘kuus’ is in het Brabants immers een varken. Of toch niet? Het refrein gaat zo: Ik en kuus en kuus en ik/ En we gingen saomen naor de mert/ En we hân toch zonne schik. Het gekke is dus dat Kuus naar de ‘koeimert’ gaat. Als u het dialectwoord ‘kuus’ ook kent als een aanduiding voor een koe, dan hoor ik dat heel graag.

U kunt teksten van liedjes en verzen bijdragen, of vragen stellen, per post of via leed@brabantsdagblad.nl.