INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl

 

Twee Marietjes

Ed Schilders

 

Lezeres Nell van Gool zocht de tekst van een lied dat over een meisje gaat, Marietje, dat door haar moeder gewaarschuwd wordt niet bij de overweg te spelen. Het is een smartlap waarvan Hannie van Hoof me een geluidsopname stuurde uit 1928, getiteld ‘De Maaier van de overwegen’, tweestemmig uitgevoerd door het mij verder niet bekende Duo Hofmann, en dat ook als straatlied populair werd. Het werd gezongen op de wijze van ‘Ramona’, die velen nog zullen kennen in een uitvoering door de Blue Diamonds.

Na een intro, waarin de moeder waarschuwt voor het gevaar, wordt de toedracht verhaald: Marietje! Voorzichtig, riep de moeder nog

Marietje was een kind en daarom ging ze toch!

En speelde op de spoorwegleggers groen bemost

De maaier stond stil op zijn post.

De spanning wordt opgevoerd: ‘Treinrook kwam…’ en Marietje is zich ‘geen gevaar bewust’. De laatste vier regels gaan als volgt:

Marietje! Klonk weer moeders angstig gegil

Marietje, riep zij kermend, maar het bleef stil

De moeder vond haar kind, verminkt in zand en bloed

De Maaier, zijn oogst was weer goed.

Op zoek naar de tekst van dit lied, werd ik aanvankelijk misleid door een ander ‘spoorwegdrama’, een straatlied dat óók dateert van ver voor de oorlog, en waarin ook een Marietje voorkomt. Het heet ‘De onbewaakte overweg’ en het werd gezongen op de wijze van ‘Overschotje’, de smartlap waarover ik twee weken geleden schreef. Het begint idyllisch:

In een vriendelijk boerenhuisje

Staat het avondeten klaar

De boerin en haar vier kinderen

Zitten wachtend bij elkaar

Waar zou vader toch wel blijven?

Vraagt Marietje met een blik

Wachtend op het dampend eten

Jongens, wat een trek heb ik.

Marietje heeft een reden om ongeduldig te zijn: Onder ’t eten zegt Marietje:

Ik wou dat vader nu maar kwam

Hij zou mij een pop meebrengen

Van de markt uit Amsterdam.

Maar het is mistig, en het paard dat vaders kar trekt, ‘kan weinig zien’. Je voelt het aankomen. Hoe paard en kar, boer en vader, op de onbewaakte overweg de dood vinden ‘door ’t monster beetgepakt’. Maar dat is niet het slot. Smartlappen waren vroeger nog smartelijker en bloediger dan tegenwoordig. Het lied eindigt zo:

’s Morgens ruimen ze twee lijken (namelijk boer en paard)

Met wat wagenresten op

’t Enigst wat was heel gebleven

was Marietjes nieuwe pop.