De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl
Schatteboutos
Ed
Schilders
‘Onze
pa z’n feestlied’ staat er boven de e-mail die ik van Marie-José
Gadellaa-van Mook kreeg, en dat liedje heet ‘Pepita’. Het gaat over
een Spaanse bakker (hij zingt: Ik ben bakko van mijn vakko) die verliefd
is op Pepita, en die haar daarom een serenade brengt. Blijkbaar is Pepita
niet de schoonste van het land, maar dat hindert onze amoureuze bakker
niet, getuige het refrein dat als volgt begint:
Pepita,
Pepita, mag ik komen bij jou op visita
Jouw
haaros, jouw lokkos
Ze
maken mij stapel besjokkos
Ik
kende dit lied niet, maar een week later stuurde Ellie Kluytmans een
versie die háár vader op feesten zong, en aangezien die tekst sterk
afwijkt van de eerste, vermoed ik dat het lied ook mondeling werd
overgeleverd en populair is geweest. Het aardige van liedjes als ‘Pepita’
is het gebruik van woorden die zogenaamd uit vreemde talen afkomstig zijn.
In dit geval gebeurt dat zeer begrijpelijk: Pepita heeft niet veel ‘boestos’,
de bakker wil haar toch als ‘deega’, en als hij haar dan kneedt:
Ik
stopte jouw mond, neus en ooros
vol
sucados en krentas
mijn
lieve schatteboutos.
Het
lijkt erop dat deze vorm van taalhumor vroeger vaak gebruikt werd. Harrie
Franken heeft in Kroniek van de Kempen (deel 18) een ‘Chineesch Lied’
opgenomen, waarin de bruiloftsgasten zogenaamd Chinese woorden moeten
zingen. Het eerste couplet:
Het
trouwen is een goede zaak -- tschinsu!
Hij
die het doet, die heeft veel smaak - ptsinsku
En
die ’t niet doet, die weet niet recht
Wat
of pleizierig leven zegt.
Waarna
de gasten tweemaal moeten zingen: Tschinsu! Ptsinku! Shrawa! En een
couplet later: Sprwitsi! Kwirtski! Sprwotsko!
In
de zangbundel De Karekiet (1948) vond ik het marslied ‘Faidoli’. De
tekst bestaat uitsluitend uit dit ene woord, slechts eenmaal afgewisseld
met fafafafafafafafa-faidoli. Daarnaast staat doodleuk dat het lied ook
gezongen kan worden in het Russisch. Dan luidt de tekst: Chouberski, ou,
ou, ou, Chouberski. Of in het ‘Negers’: Tsjoemdira, a, a, a,
Tsjoemdira. Dat met Chouberski en Tsjoemdira eigennamen bedoeld zijn,
blijkt uit de Nederlandse versie: Jansen hier, Jan, Jan, Jan, Jansen daar.
Nog gekker wordt het in het lied Woetsjambo in dezelfde bundel. Het is dan
zelfs niet meer duidelijk welke taal bedoeld wordt: Hei wad doe wei wad
doe woet sjam bo/ Samoa Samoa/ Tsjing dar ra ko dee, dell tji dar ra kar
re/ Kon go kwai.
In
vergelijking spreekt onze Spaanse bakker duidelijke taal, maar of het nog
ooit iets geworden is tussen hem en zijn Pepita, dat vermeldt de liedtekst
niet. Vragen of bijdragen kunt u inzenden per post of via leed@brabantsdagblad.nl.
|