De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: leed@brabantsdagblad.nl
Sinte
Labberdieneke
Ed
Schilders
Een
vorm die op feesten bijzonder populair is geweest, was de preek, of liever
een milde satire daarop. Onlangs schreef ik al over de preek van de ‘Herder
van Termuren’, maar dat is eigenlijk een mooi afgerond verhaal over de
droom van een pastoor wiens parochianen allemaal in de hel blijken te
zitten. Voor de echte donderpreek uit het rijke roomse leven moeten we bij
zijn legendarische confrater zijn, de pastoor van Scharrebeek. Ik kreeg
het ‘Sermoon’ van deze pastoor al eens van Jacob Stroucken, in de vorm
van een handschrift uit 1872. Vorige week stuurde Jeanne Opsteeg-van
Rossum het handschrift van haar oma, Jacoba Burgers, die de tekst vóór
1895 noteerde. Beide versies zijn vrijwel identiek en werden voorgedragen
met een dialectische tongval. De pastoor begint zijn preek met de woorden:
Gemeentenaoren! Alzoo vieren wij vandaog den groten feestdaog van het
heilig Lammerdieneke. Deze nep-heilige heet in de versie van Jacoba
Burgers Slabberdieneke. Meneer pastoor trekt flink van leer tegen het
onzalige leven van zijn parochianen. Heel even onderbreekt hij zijn preek
om uit te roepen: Doe dè raomke daor is dicht, ik en kan het nie haauwe
nie van den trek… Op het hoogtepunt van de preek roept God hem ter
verantwoording door te vragen: Pastoor van Scharrebeek, waor zijn naauw al
oewe schaopkes? Hij antwoordt niet. God vraagt het ten tweeden male. Hij
zwijgt. Maar als Onze Lieve Heer ‘veur den drieden keer’ de vraag
stelt, antwoordt hij: Och hellige onze Lieve Heer, ik en hai geene
schaopkes nie, ik en hai niks as bokken en ezels. Hij besluit de preek met
een waarschuwing tegen de luxe van peperkoek eten tijdens de kermisdagen,
die veel slechter is dan ‘roggebrood en mik’, en dreigt: God zal
jullie mikken.
Zoals
dat gaat met dergelijke voordrachten is de tekst later aangepast. G.W.C.
Ragas stuurde me een jaar geleden al ‘De preek van de pastoor van
Sansbeek’, een kopie van een tekst die in 1926 getypt werd. Nu ik die
herlees, zie ik dat de scène met God ook daarin voorkomt. Na de derde
keer antwoordt de pastoor: Lieve Heerke, ik hè niks as boerebiste en
lekkerbekke en pronkjuffrouwe mee pronkhoei. Voor het overige lijkt deze
tekst helemaal niet op de oorspronkelijke preek, maar weer wel op een
voordracht die Nel Timmermans in 2002 hield op een dag met roomse ‘stukskes’
in Moergestel. Haar tekst begint met de woorden: Vendaog viere wij ’t
fist van ons heilig Labberdieneke… Halverwege moet de koster nog steeds
een raampje dichtdoen, en behalve peperkoek worden nu ook moppen gegeten.
De pastoor waarschuwt zijn parochianen nog eenmaal: Mar ze zulle jullie
nog wel es peperkoeke en moppe! In onze liedjesrubriek worden de preken
verzameld. Wie er nog meer kent, van Scharrebeek, Sansbeek, of Pater Brom,
kan inzenden per post of via leed@brabantsdagblad.nl.
|