|
De
feesten en partijen van vroeger
De 'Paardentram' in een Sinterklaas-variant - heel geschikt voor kinderen van de lagere school Ed Schilders & Arnold Zegers
Is dit niet een heel leuk lied?
Begin augustus kwam hier ‘De paardentram’ ter sprake, een populair gezelschapslied uit vroeger dagen. Daarbij is er een ‘conducteur’ die allerlei tekeningen aanwijst en die de coupletten zingt die daar bij horen. Alle aanwezigen zingen het refrein, en dat wordt steeds langer (het is een zogenaamd stapellied). ‘De Paardentram’ staat nog steeds op de website waar we alles verzamelen in de liedjesrubriek: KLIK HIER. Arnold Zegers, uit Uden, stuurde me toen een variant op deze liedformule. Hij is onderwijzer, en in zijn klas deed hij in de sinterklaastijd vaak een soort van paardentram maar dan helemaal gericht op Sint, Piet, en cadeautjes. ‘Elk kind heeft een voorwerp’, schrijft Zegers, ‘of een zelfgemaakte tekening of plaat in de hand.’ Bijvoorbeeld een prentenboek of een peperkoek. Het kind zingt dan de vraag: ‘Is dit niet een prentenboek?’ en de hele groep antwoordt: ‘Ja, dat is een prentenboek.’ Het volgende kind: ‘Is dit niet een peperkoek?’ Allen: ‘Ja, dat is een peperkoek.’ Na elk tweetal volgt het refrein waarbij de voorwerpen worden opgenoemd: En een prentenboek/ en een peperkoek/ O die lieve, o die lieve, o die lieve Sinterklaas. Zegers: ‘Op deze manier worden diverse creatieve elementen gecombineerd: tekenen, zingen, voordragen, en ook geheugentraining.’ Dat laatste moeten we niet onderschatten, want in een groep kan dat al snel oplopen tot een stuk of vijfentwintig voorwerpen, die allemaal in het refrein gestapeld worden. Als kind 3 en 4 bijvoorbeeld zingen over een autoped en een klarinet, luidt het tweede refrein: En een prentenboek/ en een peperkoek/ en een autoped/ en een klarinet/ O die lieve, o die lieve, o die lieve Sinterklaas. De afbeeldingen vormen uiteraard een goed geheugensteuntje. Een melodie geeft Zegers niet aan, maar daar zullen de meneer of de juffrouw wel raad op weten. Een apart aandachtspunt is het metrum. Het lied klinkt het best (vooral in het refrein) als de dingen die getoond worden vier lettergrepen beslaan en per duo rijmen. Zegers geeft voorbeelden als: ‘Sint Nicolaas’ en ‘zijn Pieterbaas’, ‘een mooi wit paard’ en ‘een slagroomtaart’. Zo krijgen de kinderen al doende ook gevoel voor metrum en ritme, en een beetje smokkelen mag natuurlijk best. Het aardige is ook dat de kinderen zelf de inhoud van het lied bepalen. Overigens, het lijkt me dat deze leuke formule ook buiten de Sinterklaastijd wel toepasbaar is. Kent u bijzondere sinterklaasliedjes of -voordrachten voor jong of oud? U kunt ze inzenden per post of via e-mail: klik hier om een e-mail te verzenden. De opzet zoals ingezonden door Arnold Zegers Sinterklaaslied. Uit te
voeren door zoveel personen als er kinderen in de klas zitten Ieder kind heeft een voorwerp of een
(zelfgemaakte)tekening / plaat in de hand waarover het zingt. Elk kind zingt solo: Is dit niet een … en
de hele klas antwoordt.
Refrein: En een prentenboek, en een peperkoek, O die lieve, o die lieve, o die lieve Sinterklaas.
Refrein:
(Steeds aangevuld met de twee nieuwe voorwerpen) En een prentenboek, en een peperkoek, en een autoped, en een klarinet, O, die lieve…
Refrein: Steeds
komen 2 kinderen met een
nieuw voorwerp (die in dit geval betrekking hebben op Sinterklaas), totdat
de hele klas aan de beurt is geweest. (En
tot slot dan) 23. Is dit niet Sint Nicolaas? Ja, dat is… 24. Is dit niet zijn Pieterbaas? Ja, dat is… Refrein: En een prentenboek, en een peperkoek, en een autoped, en een klarinet, en een mooi wit paard, en een slagroomtaart, en een …………., en Sint Nicolaas, en zijn Pieterbaas, O die lieve, o die lieve, o die lieve Sinterklaas. Op deze manier worden ook nog eens diverse(
creatieve) elementen gecombineerd: tekenen, zingen, voordragen,
geheugentraining.
|