INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: eindredactie@brabantsdagblad.nl

 

Asperges met wijwater

Ed Schilders

Als meneer pastoor vroeger zijn wijwaterkwast ter hand nam om zijn parochianen te zegenen, ging dat vaak gepaard met de koorzang van een psalm die begint met de woorden ‘Asperges me…’ Dat betekent: ‘Heer, besprenkel mij…’ Het lijkt me heel begrijpelijk dat daar vroeger grappen over gemaakt werden. Deze ‘asperges’ komen heel vaak voor in de voordrachten die bij (familie)feesten door een zogenaamde pastoor in een zogenaamde preek ten beste werden gegeven. Uit enige inzendingen van oude feestpreken bleek echter dat het niet bij woordgrapjes bleef. In een voordracht met de titel ‘Preek van de pastoor van Sansbeek’, uit 1926, horen we meneer pastoor tegen de vrouwen in de kerk donderen: ‘As ge de wijwaterkwast mar ziet, dan lopte al de kerk uit, krek of ge van achter angestokt zijt, denkte dč ik die kwast in oeuwe mond zal steken? Ge hoeft um nie op te vreten! En die juffrouwe, die trekke durre kop net in as 'n zwaon die op 't waoter zwemt.’ Want de jufrouwe van toen waren blijkbaar bang dat hun kleding door water werd bevlekt, ook al was het dan heilig water. De pastoor: ‘Dur mos [moest] ok 'ns 'n drupke van op die verre [veren] van die pronkhoewd valle.’ Harrie Franken heeft een dergelijk preek opgetekend onder de titel ‘Preek van de pastoor van Soerendonk’. Ook daarin blijkt hoe de Brabantse boerin vroeger zelfs tijdens de heilige mis of het lof zuinig was op haar traditionele zondagse kledij. De pastoor zegt in deze preek: Het is dan gebeurd een keer of twee/ Als ik zondags mijn asperges dee/ of liever gezegd met mijn wijwaterkwast/ door de kerk kom plassen/ om jullie boerinnenzielen schoon te wassen/ dan staan ze klaar/ met een zakdoek of boezelaar/ Ik begrijp niet, hoe ik het gedoog/ die houden ze dan omhoog/ om die kanjaarden/ van mutsen te sparen/ voor ’t wijwater dat mocht spatten, wat een verdriet…

Zulke preken bestaan meestal uit twee delen. De vrouwen krijgen ervan langs omdat ze hun kleding belangrijker vinden dan het wijwater, en de mannen omdat ze te veel drinken in de plaatselijke kroeg. Over de mannen preekt de pastoor dan: Beminde boeren/ Al dikwijls heb ik bemerkt dat er meer zitten in herberg of kroeg/ dan dat er lopen achter eg of ploeg. Het mooie is, vind ik, dat wijwater en alcohol hier eigenlijk hetzelfde zijn. Het was tenslotte feest. En dus zegt de pastoor tegen de vrouwen: …wat een verdriet/ Was het jenever/ dan deden ze het niet/ Dan zouden die lieve vrouwen/ Hun mondje wel open houden.