INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger

 

Het gebed van gekke Trien

Uit de collectie van Nel Timmermans - bezorgd door Ben van de Pol


Aangebrachte wijzigingen in rood

 

 

Het gebed van gekke Trien

 

 

Het is nog niet zo heel lang geleden

dat er om iets geks werd gebeden.

Ik zal het u eens vertellen gaan

hoort luitjes, mij dan even aan.

Maar eerst moet ik u vertellen

om Trien haar schoonheid voor te stellen.

Trien was niet groot, maar ook niet klein

haar gezicht was zo geel als terpentijn.

Haar neus had alle kleuren van de regenboog

en was daarbij maar zelden droog.

Haar oren waren net 'n paar varkenslappen

als ze niet zo smerig waren, zou je er beslist in happen.

Ons Trientje ging dagelijks naar de kerk

na afloop van het dagelijks werk.

Daar knielde zij dan keer op keer

voor het beeld van O.L. Vrouw neer

en bad van 's morgens vroeg tot 's avonds laat,

hetgeen er hier nu volgen gaat.

"Heilige Maagd geef me een man,

die goed koeien melken kan.

Het hoeft geen knappe te zijn,

want anders past hij niet bij mijn.

Als gij maar zorgt, dat hij flink is en sterk,

om me te helpen bij mijn dagelijks werk.

Mijn zus Truitje die heeft toch zo'nen goeie

die zorgt zo buitengewoon goed voor de koeien.

Toe Heilige Maagd, geef me er nou een

eerder ben ik immers toch nie tevree."

De koster die het had gehoord

was over dat gebed zeer verstoord

en dacht, komt ze nu morgen weer,

dan is dat voor de laatste keer.

Maar heremetijd, hoe leg ik 't aan.

Weet je wat, ik zal achter 't beeld gaan staan.

Hij hoort de klok net 10 uur slaan

of daar komt Trientje hollend aan.

De koster, die was ook niet mis

hij is achter 't beeld vóór Trien er is.

Die knielt weer voor het beeld te neer

en bidt weer stevig, keer op keer: Heilige Maagd enz...

De koster, die maakt zijn stem heel fijn,

alsof die van 't kindje Jesus zou zijn

en zegt: "Nee Trientje, gij krijgt van mij geen man,

gij vraagt iets wat ik je niet geven kan."

Trientje kijkt verschrikt in het rond

ze gaapt en bulkt met open mond.

Dan werpt ze 'n blik op het Jesuskind

dat zich in de armen van zijn moeder bevindt.

Ze zegt: "Gij klein snotneuske, houde gij oew smoeleke maar toe,

ik vraag 't aan oew moeder, maar niet aan oe."

De koster zag na deze keer

geen Trientje in de kerk meer.

Hij was daarmee verheugd en blij

en van Triens visite vrij.