|
De feesten en partijen van vroeger
Het corset.
Ik ben een corset oud en versleten
tot op,t balijn.
Ben in de vuilnisbak gesmeten,
dat zal mijn einde zijn.
De hondjes zullen met mij spelen
en met hun tanden mij verdelen
en toch denk ik tot aan mijn dood
aan al het fraais dat ik eens omsloot
Met lintjes strikjes en met kantjes
nog nieuw en stijf
omsnoerde mij met blanke handjes
het vrouwenlijf
.Ik was een corset om in te trouwen
maar het mooiste mocht ik nooit aanschouwen
want de bruigom wierp mij nonchalant
met een woeste zwaai onder het ledikant
Toen mij mijn kracht wat ging begeven
na korte tijd
moest ik het dikke lijf omgeven
van de keukenmeid
mar in plaat van strikjes als bij het vrouwtje
sloot zij mij met een rollade touwtje
hoe dikwijls zij mij dan ook droeg
voor die dikke meid had ik geen plaats genoeg
Als ik haar vrijer aan zag komen
wat was mijn lot
die drukte van de twaalf balijnen er tien kapot
en waren die twee dan uitgevreeen
dan was mijn knip kapot en ik lag in tweeen
danrolde hij mij tot een prop
en die dikke meid lag er boven op.
Zo ben ik vernield oud en versleten
totaal vermoord
ik heb schoon genoeg dat mag je weten
van t vrouwensoort
ik probeerde altijd maar te maken
dat de vrouwtjes aan de man geraken
maar brak het uur van vreugde aan
dan wed ik altijd uitgedaan.
|