INHOUD FEEST
INHOUD LEED
HOME
AUTEURS
TEKSTEN
BRABANTS
AUDIO
SPECIAAL

Print pagina

De feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan: eindredactie@brabantsdagblad.nl

 

Onmogelijke liefde

Ed Schilders


Meestal worden ze moordliedjes genoemd. Het lied dat ik vorige week besprak, ging over een meisje dat van haar ouders niet mocht huwen met haar minnaar, en dat daarom werd opgesloten in de ‘kerker’; in de kelder. Haar minnaar doodt haar met een mes. Vroeger werden zulke drama’s gezongen, tegenwoordig komen ze alleen op het NOS-Journaal. Het zijn altijd wanhoopsliedjes.

‘Twee geliefden’ heette dat liedje van vorige week, en hun onmogelijke liefde blijkt een zeer bekend motief te zijn geweest. Mevrouw Van Dijk-Slaats uit Veghel schrijft me dat een dergelijke tekst te vinden is in het boek ‘Liederen en dansen uit de Kempen’ van Harrie Franken. Hierin wordt de dochter van een rijke koopman ‘aan een ketting vastgelegen’ omdat ze verliefd is op de stalknecht. En ze wordt door haar ouders mishandeld: En hebben (zij - de ouders) haar zo vreselijk geslaan/ zij hebben haar zo vreselijk geslagen/ totdat er het bloed stroomde van haar lichaam af. Het lijkt wat vreemd dat zulke liedjes zo bloederig gezongen werden, maar de nieuwsberichten van tegenwoordig zijn veel schokkender.

Zulke liedteksten zijn al meer dan vier eeuwen oud, maar het motief is altijd hetzelfde gebleven: je bent jong en je wilt wat maar je ouders zijn daar tegen. Meestal gaat het om een standsverschil. De stalknecht die geen partij is voor de koopmansdochter. De bakkersjongen die niet mag huwen met de boerendochter. Een geloofsverschil -- protestants meisje is verliefd op katholieke jongen -- speelt een rol in de tekst die ik kreeg van mevrouw Van de Woude, getiteld ‘Ongelukkige geliefden’. Als de vader dreigt zijn dochter op te sluiten (‘of ik sluit u in de kelder met spoed’) vluchten de geliefden, en ze komen in een Mariakapel. Daar sterven ze: Ze hebben ze aan het altaar dood gevonden/ Ze zaten geknield, de handen in elkaar/ de bleke dood heeft ze daar beiden verslonden/ in die kapel voor God’s gewijde altaar.

Een bijzondere Brabantse variant op deze teksten is dat de jongen in militaire dienst gaat als hij weet dat zijn meisje onmogelijk zijn vrouw kan worden. In deze teksten deserteert de jongen, ziet zijn meisje terug, en doodt haar en zichzelf met zijn sabel: ‘Terwijl hij ’t bloed van zijne lieve zag stroomen/ viel hij in z’n sabel en doorboort gans zijn hart. Geen moord maar wanhoop.