De
feesten en partijen van vroeger
Stuur uw bijdrage aan:
eindredactie@brabantsdagblad.nl
Ik
ben de dokter
Ed
Schilders in Brabants Dagblad
Mevrouw
C. v.d. Heuvel uit Vlijmen stuurde me een kopie van een liedtekst uit een
zangbundel, mogelijk uit de jaren vijftig van de vorige eeuw. De titel is
‘De koopman in Engeland’, en je zou dus niet vermoeden dat het hier om
een variant gaat op het lied waarover ik vorige week schreef. Daarin mogen
twee geliefden niet met elkaar trouwen, het meisje wordt door de ouders in
een kerker (kelder) mishandeld, en uiteindelijk sterven beide gelieven.
Het lied van mevrouw V.d. Heuvel begint zo: In Engeland woont een koopman
rijk en machtig/ Die had een dochter Margreet, zo was haar naam/ Zij
beminde een stalknecht zo trouw en teder/ Totdat haar ouders haar liefde
werden gewaar. Ook hier speelt dus het standsverschil een rol, ook
Margreet wordt opgesloten, en ze laat haar geliefde met een briefje weten:
‘Ik moet van de wereld af’, ofwel dat ze stervende is. Dan volgt een
couplet dat niet zou misstaan in een moderne soap; de jongen verzint een
gruwelijke list: Hij is terstond naar het Kasteel getreden/ Vroeg aan de
dienstknecht: ‘is de juffrouw ook in huis?/ Ik ben de dokter, ik moet
hier binnen wezen/ Ik ben de dokter, ik moet hier binnen zijn.’ De list
slaagt: Hij is terstond naar het ledikant getreden/ Hij nam een mes en
stak het in zijn jeugdig hart/ Hij riep: ‘O God hier rust mijn pand van
waarde/ Leg mij maar naast mijn zoetlief in het graf.’
Door
deze bijdrage van mevrouw V.d. Heuvel herinnerde ik me dat twee liedjes
met deze inhoud genoteerd zijn door Harrie Franken in ‘Liederen en
dansen uit de Kempen’ (nog verkrijgbaar via de boekhandel). Het eerste
heet ‘Een Engels koopman rijk en machtig’, dat Franken in Tilburg
hoorde zingen, en dat een uniek dramatisch detail bevat: het meisje
schrijft de brief aan haar minnaar met haar eigen bloed. Ook hier volgt de
list, en vergelijking leert dat zulke teksten wel steeds veranderden, maar
dat het idee in wezen hetzelfde bleef: haar minnaar is toen naar het
kasteel getreden/ en vroeg toen aan de dienstmeid is de meter (meesteres)
niet thuis/ want ik ben een dokter en ik moet hier binnen wezen/ kom
binnen sprak zij, de meter ligt in huis.
Zo
ontstaat een hele stamboom van verschillende liedjes die echter allemaal,
zeg maar, dezelfde wortels hebben. De tweede variant die Franken optekende
(in Duizel) is weer net even anders. Nu heet het lied ‘Sofia’. De
opbouw van het lied is hetzelfde, maar als de jongeman met een list is
binnengekomen, is het meisje al dood. Kan het nog dramatischer? Ja. Het
slotcouplet van ‘Sofia’ speelt zich af op haar begrafenis. Ook de
jongen komt daarheen: hij heeft terstond zijne dolk genomen/ stak daarmee
tot zijn jeugdig hart/ hij sprak o valse ouders ’t is door u gekomen/
leg mij naast mijn zoetlief in ’t graf.
|